Een snikhete dinsdag in mei. Bijna 17u… oef, de trein arriveert vandaag stipt in het station. Nu op een drafje onze 11 jarige zoon ophalen in de naschoolse opvang na een overvolle werkdag. Ik por hem aan tot spoed want we hebben nog welgeteld een klein uurtje om naar huis te fietsen, eten klaar te stomen, het snel naar binnen te werken en vervolgens tijdig op het piano examen (met publiek) aan te komen…
Terwijl ik water op zet om de spaghetti te koken, zie ik zoonlief achter de piano gaan zitten. Ik vraag met enige bekommernis in mijn stem of dit wel een goed idee is om nu nog eens het stuk net voor het examen te oefenen (intussen me goed realiserend dat hij het nieuwe stuk te laat en te weinig instudeerde). Resoluut antwoordt hij ‘Ja’ maar de aarzeling die doorklinkt gaat niet onopgemerkt voorbij…
De eerste noten weerklinken terwijl ik de spaghetti in het kokende water doe. Al heel snel gaat het fout. Iets nerveuzer worden opnieuw de toetsen aangeslagen… en al heel snel gaat het opnieuw fout… en opnieuw… Gegrom stijgt op vanachter de piano. Ik doe opnieuw een poging en stel voor om nu niet meer te proberen zich over het stuk te buigen. Een nog luider gegrom en een vernietigende blik wordt mijn richting uit gestuurd. Intussen krijg ik de spaghettisaus maar niet ontdooid en begint het water over te koken.
Opnieuw weerklinken de eerste noten van het stuk (net iets harder en heftiger). Vol spanning wacht ik de eerste klip af. Oef, hij geraakt over de eerste moeilijke hobbel. Oh nee, daar komt de volgende hobbel. Het gaat helemaal mis. Beide handen slaan voluit op de toetsen! De piano zal het geweten hebben. ‘Stom ding!’. Hij veert recht en schreeuwt: ‘ik ga niet naar dat stom concert’.
Met de nodige stelligheid zeg ik: ‘Je komt nu vanachter die piano, komt aan tafel en gaat straks mee naar het concert’. Intussen hopeloos proberend het water van de spaghetti af te gieten en beseffend dat een hele scène nu onafwendbaar wordt incluis alle te door spartelen etappes. Even onwrikbaar schreeuwt hij terug ‘Nee!’ en gaat terug achter de piano zitten. Wild om zich heen slaand produceert hij op de piano nog enkele wanklanken, springt terug op en gaat ziedend richting zijn kamer. ‘Ik ga niet naar het pianoconcert!’ Ik stop met piano!’. Zweet parelt op mijn voorhoofd.
Intussen is zijn vader ook aangekomen en engageert zich mee in het ‘pièce de theâtre’ dat nu in volle gang is. Boven hoor ik hem huilend schreeuwen: ‘Ik ben een ‘fail’, ik kan niets…, ik ga niet. Ik ga me niet belachelijk maken.’ De vader-zoon discussie zorgt er niet voor dat de emoties zakken, integendeel we gaan crescendo! De volumeknop wordt verder opengegooid. Ik kan enkel denken ‘oh nee, nu moeten de buren ook nog mee getuige worden van deze scène’. Als manlief terug verschijnt, verplaatst de discussie zich ook tussen ons, deze keer over de aanpak van dit ‘gedoe’.
De zoon komt terug naar beneden gestormd en kruipt met een verbeten donderwolk gezicht achter het bord spaghetti. De slierten vliegen net niet in het rond. ‘Ik moest van jullie piano doen! Het is jullie schuld!’. In stilte denk ik: ook deze stond nog op het lijstje af te werken etappes in de escalatie. Ik maan mezelf aan tot rust: volgens mij heeft hij volledig vrijwillig gekozen voor de pianolessen en droomt zijn vader enkel om later een beroemd jazzpianist in huis te hebben…
Het bord spaghetti is naar binnen geschrokt. Hij is intussen iets rustiger. Er resten nog 15 minuten alvorens we op de fiets moeten zitten…
Hij stapt terug richting piano. Mijn hart slaat een tel over : ‘Oh, nee! Dit gaat fout, deze toestand gaat terug van vooraf aan beginnen.’
Snel neem ik een stoel en ga naast hem zitten aan de piano. Ik vraag hem naar de naam van de doelman van Liverpool die onlangs ongelofelijk flaterde in de Champions League finale waardoor Liverpool verloor. Pijlsnel antwoordt hij: ‘Karius.’ En hij voegt eraan toe: ‘Waarom?’
Weet jij nog hoe het fout ging?
Ja, waarom?
Heb je een idee hoeveel mensen er toen in het stadion zaten? Of hoeveel mensen naar die match aan het kijken waren?
Nee, veel zeker… (licht geïrriteerd)
Toen het de eerste keer fout ging en de bal uit zijn handen glipte en de tegenstander kon scoren, hoe zou hij zich gevoeld hebben.
Rotslecht, beschaamd.
Is hij op dat moment weggelopen? Is hij naar de kleedkamers gevlucht?
Nee, hij is in zijn goal blijven staan
Heeft hij zijn team in de steek gelaten?
Nee
Is hij blijven doordoen?
Ja
Ook na zijn tweede flater waarbij Real Madrid opnieuw kon scoren?
Ja, hij is blijven staan.
Vind je dat hij als een professional zijn verantwoordelijkheid heeft genomen?
Ja, hoe erg het ook was voor hem…
Weet je nog wat hij daarna op de persconferentie zei?
Ja, ik heb gefaald en neem dit op mij. Maar Mignolet (de tweede keeper van Liverpool) zei dat hij Karius ging blijven steunen en dat er volgend jaar opnieuw een kans was om door te stoten naar de finale. Het is maar voetbal.
(Even voor de lezer: onze zoon is één en al voetbal, zowel in het zelf voetbal spelen als kijken naar voetbal en uitvoerige studies maken van matchen… en ik wist dat hij enorm aangegrepen was door de missers van Karius en wat dit betekent voor een voetballer.)
Tenslotte vraag ik of hij vindt dat hij zijn pianoleraar en klasgenoten zomaar in de steek mag / kan laten? En of de wereld vergaat mocht het straks fout gaan op het pianoconcert?
Hij vraagt mij om weg te gaan, schuift zijn stoel goed onder de piano, oefent nog een paar keer het stuk (met de nodige haperingen) en we fietsen richting openbaar examen. Het moment dat het zijn beurt is om naar voor te treden, doe ik algauw een schietgebedje. Bijna feilloos speelt hij het stuk (met dank aan het voetbal, de flaters van Karius en het narratieve idee om op tijd en stond je inspiratiebronnen bij moeilijkheden te consulteren).
…
PS 1. Op de receptie na afloop vertelt de pianoleraar dat hij zoonlief een extra moeilijk stuk gaf want hij vond dat hij wat mocht uitgedaagd en uit zijn comfortzone gehaald worden. (Jammer genoeg werden we daarvan niet op voorhand op de hoogte gebracht en haalde het ook ons uit ons comfortzone)
PS 2. Intussen zijn we een paar weken verder en kwamen we gisterenochtend aan op een voetbalkampje. Luid schreeuwend liep een jongen weg van het terrein, zijn moeder achterna: ‘ik blijf hier niet, ik ga mee naar jouw werk, ik moest dit doen van jou, voetbal is stom,…’. Tranen van woede en onmacht liepen over zijn wangen… en ook bij de moeder zie ik een ontredderde blik. Laconiek merkt onze zoon op: ‘Zoiets zou ik nooit doen!’. Hij kijkt naar mij, ziet een glimlach op mijn gezicht en corrigeert zichzelf onmiddellijk: ‘Allez, ja, toch niet waar anderen bij zijn…’
—————
Een narratief geïnspireerde moeder
Heel erg inspirerend!
Wat een prachtig, herkenbaar verhaal! Van de drukte van het dagelijkse leven tot de spanningen van een belangrijke dag – het beschrijft zo mooi hoe alles op elkaar kan inspelen en kan oplopen. De manier waarop je geduldig en vindingrijk met je zoon sprak, ondanks alle haast en stress, toont zoveel liefde en begrip. Dat gesprek over Karius was briljant; het gaf hem net dat beetje vertrouwen en perspectief dat hij nodig had. Dit soort momenten kunnen zelfs beginnende pianisten inspireren om door te zetten, zoals je vaak leest op plekken zoals pianospelenvoorbeginners.nl, waar het vooral draait om plezier, geduld en doorzettingsvermogen. Zo’n onverwachte les blijft je als ouder én als kind bij. Mooi dat het uiteindelijk allemaal goed kwam, en wat een geruststellende (en misschien een beetje ironische) opmerking van je zoon aan het einde!