In Beeld Gebracht – aflevering 15, met Barbara Lavrysen

Kort, bondig en toch altijd méér dan wat ‘popcorn voor de geest’. Dat is het opzet van In Beeld Gebracht. In dit format wordt telkens aan een andere opleider of supervisor van de Belgische Vereniging voor Relatie – en Gezinstherapie en Systeemcounseling gevraagd om een beeldfragment te kiezen. De antwoorden op een korte reeks terugkerende vragen geven samen met het fragment vorm aan reflecties die boeien, prikkelen of ontroeren.

In deze 15e aflevering kiest Barbara Lavrysen, klinisch psycholoog, relatie- en gezinstherapeut, opleider en supervisor bij Context UPC KU Leuven een fragment uit de film ‘Stepmom’.

Wat is de context van het fragment? 

Je ziet een scène uit de film ‘Stepmom’ (1998). We zien in deze film hoe een goedbedoelende stiefmoeder een band probeert op te bouwen met haar puberende stiefdochter, die op haar beurt worstelt met verdriet en pijn om de scheiding van haar ouders én met het nakende overlijden van haar biologische moeder. Deze film spiegelt ons de gekende uitdagingen voor waarmee samengestelde gezinnen in hun dagelijks leven geconfronteerd worden. Hoe bouw je een band op met kinderen die niet de jouwe zijn? Hoe ga je om met je (partners) ex en diens verlangens en grillen? Hoe laat je de partner van je ex toe in het leven van je kinderen? Hoe ondersteun je kinderen na scheiding en in de transitie naar een nieuwe gezinssituatie?

Wat maakt dat je dit gekozen hebt? 

De afgelopen tien jaar heb ik me – zowel professioneel als privé – ondergedompeld in de wondere wereld van samengestelde gezinnen. Boeken lezen en films kijken hoort daarbij. Hoewel Stepmom in zekere zin een ‘kleffe Hollywoodflim’ is, bestaat er onder professionals desalniettemin een consensus dat hij zeer goed in beeld brengt wat werkt (en wat niet) in het gezinsvormingsproces van samengestelde gezinnen. Dit proces vraagt tijd, af en toe een vleugje humor én vooral een diep respect voor en een koesteren van de banden die er al waren voor het samengesteld gezin er was.

Deze film wordt vaak in opleidingscontexten en in psycho-eductieve programma’s voor stiefgezinnen aangewend. De film is realistisch: hij adresseert pijnpunten en uitdagingen. Tegelijk is hij hoopvol: hij toont dat het mogelijk is om respectvolle en zelfs liefdevolle (stief)relaties uit te bouwen.

Hoe is dit fragment voor jou verbonden aan de systeemtheorie of de systeemtherapie? 

De film als geheel gaat over de hechtingsrelatie tussen ouders en kinderen, over nieuw partnerschap, over pijn bij transities en over het belang van oude verhalen vertellen en nieuwe verhalen te durven schrijven.

Het fragment zoomt in op een diepe en herkenbare pijn van moeders en stiefmoeders en op hoe anders hun rol in het leven van de kinderen is. De moeder heeft van bij de geboorte een hechtingsrelatie kunnen uitbouwen met haar kinderen. Ze delen dagdagelijkse gewoontes en rituelen (zoals samen paardrijden met haar dochter). Na scheiding werd één pijn van de moeder haar kinderen deeltijds te moeten missen. En na haar overlijden zal zij de zorg voor haar kinderen geheel overdragen aan haar ex-man en diens partner. Ze vraagt zich af: “wat als mijn kinderen me naderhand niet meer zullen missen?”

De pijn van de stiefmoeder is het besef geen deel uit te maken van de hechtingsgeschiedenis die bij belangrijke gebeurtenissen in het leven van een kind (zoals een proclamatie, huwelijk of scheiding) extra naar de voorgrond komt. Hoe aardig of ‘plus’ de stiefouder ook is (geweest), op zo’n momenten hebben kinderen in eerste instantie de zorg, steun of troost van hun ouders nodig. De rol van de stiefouder is zorg te dragen en niet het opnemen over overnemen van ouderschap.

Hun rol en hun bijhorende gevoelens zijn dus fundamenteel anders. Ze hebben met de tijd ingezien wat ze elk ‘bijdragen’ in het leven van de tienerdochter. In dit gesprek doen ze een respectvolle poging om elkaar te horen en te troosten in een bijna onzegbare pijn.

Hoe inspireert het je in je praktijk als opleider of als therapeut? 

De film legt enkele gekende taboes bloot: Wat als je geen ‘echte’ moedergevoelens hebt ten opzichte van je stiefkinderen? Mag je stiekem – en zelfs openlijk – verlangen dat je kinderen de nieuwe partner van je ex niet aardig vinden? Wat zou mijn mama ervan denken als ik mijn stief-mama diep vanbinnen wel een hippe en leuke dame vind?

Werken met samengestelde gezinnen vraagt om een goed begrip van hoe fundamenteel anders stiefgezinnen zijn, vergeleken met andere gezinsvormen. Zo is het goed om te beseffen dat de partnerrelatie zich moet uitbouwen op een reeds bestaand ouder-kind fundament. Die volgorde is dus omgekeerd aan hoe het ‘klassiek’ gaat.

De worstelingen van een stiefgezin benaderen met het sjabloon van een kerngezin gaat vaak gepaard met eenvoudige en misleidende adviezen. Deze adviezen gaan voorbij aan de lastige en soms beschaamde gevoelens die deze gezinsleden wel eens hebben. Ik heb dankzij wetenschappelijke literatuur en films zoals deze een klaardere kijk gekregen op wat werkt – zoals bijvoorbeeld het werken in subsystemen: het parallel en apart ondersteunen van de partnerrelatie en ouder-kindrelatie – en wat niet, zoals het hele gezin samen in therapie nemen.

Ik heb intussen een kompas om deze gezinnen beter te kunnen helpen. In mijn dagelijks leven merk ik dat we naast ‘gezinstijd’ bewuster inzetten op één-op-ééntijd: mijn man met zijn kinderen (zonder mij) en mijn man en ik (zonder de kinderen). Dat brengt rust én erkent het belang van exclusieve tijd, zorg en aandacht voor alle relaties in het samengesteld gezin.

Wie wil je graag dat het volgende fragment kiest? 

Lies Depestele.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe uw reactie gegevens worden verwerkt.