Pareltjes van Flor

In 2005 werd ik toegelaten tot de opleiding ‘leiding geven, methodische werkbegeleiding’ van Flor Peeters.  Flor was kieskeurig, hij wilde zijn cursisten helemaal zelf kiezen, zo zei hij dat. Na de inschrijving werd je uitgenodigd voor een intakegesprek en een paar dagen later kreeg je het verdict te horen. Hoewel ik mij vooraf getroost had met de gedachte : ‘die man laat gewoon iedereen toe, hij is vast blij dat hij zijn leergang vol krijgt’, was ik oprecht opgelucht. Ik had mij met name uit pure noodzaak ingeschreven…

Ik was leidinggevende van een team verzorgenden in een dienst zelfstandig wonen voor personen met een fysieke beperking. Leiding geven bleek echter veel complexer dan ik mij had voorgesteld. Mensen ondersteunen om op een aangename en zorgzame manier samen te werken en tegelijk een performant team te vormen dat hoog scoort op vlak van klanttevredenheid, was niet eenvoudig. Het samenwerken liep niet zo harmonisch als ik dacht dat het hoorde te lopen en de eigen belangen van mijn medewerkers bleken veelal net iets dwingender dan de overkoepelende belangen van de organisatie.

Mijn verontwaardiging over het egocentrisch gedrag dat toch haaks stond op onze gedeelde sociale waarden was bijzonder groot. Ik had de handen vol met het bijsturen van disfunctionerend personeel en was voortdurend op zoek naar de schuldige van alles wat verkeerd liep. En er liep behoorlijk wat verkeerd! De missie en de waarden van mijn organisatie als een vaandel hoog dragend, holde ik achter alles en iedereen aan om hen te corrigeren en te bestraffen.

Op een bepaald ogenblik wou ik af van deze nerveuze reflexen maar ik miste de kennis en de vaardigheden om er van af te geraken. Ik besefte mijn eigen incompetentie.

Ik besefte dat ik onvoldoende begreep wat er allemaal gebeurt tussen mensen als ze elkaar ontmoeten in een context van professionele verbondenheid. Ik ging op zoek naar handvaten om competenter in mijn job te staan en kwam terecht in de Interactie – Academie in Antwerpen. Ik ontmoette Flor Peeters en was dankbaar dat hij mij had toegelaten.

De inzichten die Flor deelde, gingen rechtstreeks naar mijn binnenkant, ze haalden mijn denken volledig overhoop en veranderden mijn manier van in de wereld staan grondig.

Op professioneel vlak vormden ze de ingang naar wat ik in mijn organisatie ‘de wereld op zijn kop’ noemde. Het was in die wereld dat wij een haalbare weg naar succesvolle samenwerking vonden.

Flor sprak een taal die zo anders was dan de management- en communicatieretoriek die ik tot dan toe had aanhoord. Flor benoemde datgene wat ik intuïtief aanvoelde maar wat voor mij nog onbestemd was, niemand had er immers taal voor gemaakt.

Verschillende werkelijkheden die allemaal tegelijk waar zijn, het verschil en vooral de last van het onoplosbare verschil, het onvermogen om te zeggen wat je bedoelt te zeggen, de onweerstaanbare drang naar uniciteit enerzijds en het verlangen te zijn zoals de anderen en ergens bij te horen anderzijds, de dwingende nood aan erkenning, het van betekenis willen zijn en het gevoel willen hebben er toe te doen, het gerechtvaardigd wantrouwen ten aanzien van ons vermogen om elkaar te begrijpen, het wervelende spel van wederzijdse beïnvloeding dat alles en iedereen voortdurend verandert en dat terwijl we hunkeren naar eigenheid, standvastigheid en onveranderbaarheid, … dat en nog zoveel meer, kregen plots bestaansrecht. Alles wat tussen mensen komt te liggen was benoembaar en zichtbaar, ik kon er mee aan de slag.

Flor beheerste de kunst om heel ingewikkelde processen in taal te vatten.

Hij benadrukte de beperkingen van de taal als middel om te communiceren maar de woorden die hij daarvoor gebruikte, leverden het bewijs van het tegendeel. Ik kon hem goed genoeg begrijpen.

Ik weet niet of ik precies begreep wat Flor bedoelde te zeggen maar mijn eigen lezing was in elk geval erg bevrijdend. De gedachte dat het machtig zijn van de (systeem)taal, helpt om tot een goed genoeg wederzijds begrip te komen, was voor mij een zeer geruststellende gedachte. Ik kon niet wachten om die taal te leren beheersen.

Ik was onder de indruk van zijn treffende boodschappen en noteerde zijn welluidende volzinnen in een boekje. Flor wist dat en hij genoot op zijn beurt van de erkenning. We konden het goed met elkaar vinden en we zijn elkaar heel regelmatig blijven ontmoeten. Ook al besef ik dat in veel van zijn uitspraken het gedachtengoed resoneert van velen die de Interactie Academie mee ontwikkel(d)en, toch noem ik ze ‘pareltjes van Flor’. Ik hoop dat niemand mij dit kwalijk zal nemen.

Ik ben spaarzaam met zijn pareltjes. Ze komen alleen maar tot hun recht binnen een context van exploratie en zingeving. Ik hoed mij er voor ze te grabbel te gooien of ze te pas en te onpas uit te kramen als één of andere goed klinkende slogan. Daardoor dreigen ze immers volslagen betekenisloos te worden, een risico dat ik niet wil nemen. Voor dit forum maak ik een uitzondering, in het volste vertrouwen dat ze voor elke lezer de betekenis zullen krijgen die ze verdienen.

  • Leiding geven is anderen helpen ontdekken dat ze van betekenis zijn.
  • Mensen stoppen doe je steunend.
  • Conflicten zijn groeifenomenen, ze ongedaan maken, remt de groei.
  • Samen verschillende werkopvattingen hebben weerspiegelt ook verbondenheid.
  • Misverstanden zijn normaal tarief, elkaar verstaan is de uitzondering.
  • Je zegt niet datgene wat je bedoelt te zeggen.
  • Het verschil tussen ons is noodzakelijkerwijs onoplosbaar.
  • Een overbrugd verschil is een eerst niet opgemerkte overeenkomst.
  • Leiding geven is zich communicatief getuige maken van de inzet van anderen.
  • Je bent nooit helemaal jezelf, ‘ik’ is altijd een beetje ‘ons’.
  • Voor een goed begrip van onszelf zijn we finaal afhankelijk van de andere.
  • Als we denken het te weten, stopt het denken.

Ik ben met de pareltjes aan de slag gegaan en dat doe ik nog steeds. Ze vormen een richtsnoer voor het ontwikkelen van bruikbare kaders en modellen binnen mijn professionele context, eerst als leidinggevende nu als coach en samenwerkingsexpert.

In 2016 besliste ik om een praktijkboek te schrijven over de complexiteit van samenwerken en leidinggeven. In het boek zou ik het hebben over constructief omgaan met diversiteit en interafhankelijkheid. Hoewel ik mij de afgelopen jaren verder heb verdiept in de boeiende wereld van de samenhang en de groepsdynamische processen en nog andere zeer inspirerende leermeesters heb ontmoet, besefte ik dat Flor zijn vingerafdrukken op elke pagina zouden staan. Ik wou het boek dan ook heel graag aan hem opdragen. Flor was enthousiast en kon niet wachten om het na te lezen… Geen van ons beiden kon vermoeden dat hij nooit de eindversie zou lezen.

3 dagen voor zijn overlijden schreef hij mij nog :

…Uiteraard ga je het niet gemakkelijk hebben. Het mensbeeld dat je gebruikt staat vaak haaks op dat van de doorsnee medemens. Anderzijds merk ik hoe mensen opluchten en zich gesteund voelen door de inhoud ervan…

Mijn boek ‘een haalbare weg naar succesvolle samenwerking’ is ondertussen gepubliceerd. Zijn bemoedigende woorden staan op de eerste bladzijde.

In mijn boek zijn de pareltjes verwerkt in ‘notendopjes’, ik duid ze aan met een icoontje. Zij die Flor kennen, zullen zijn uitspraken zeker herkennen. Zoals in dit stukje over perspectievenonheil bijvoorbeeld.

 

4.1. Perspectievenonheil en gewelddadige communicatie (vanaf blz.87)

In claustrofobische samenwerkingen waar niet alleen het proces maar ook de partners als persoon helemaal vast lopen, heerst perspectievenonheil. De partners staan onder zware druk en voelen zich voortdurend bedreigd. Er hangt een sfeer van ongezond wantrouwen en machteloosheid die uitgedrukt worden als : ‘Ik kan geen kant meer op, alles wordt verkeerd geïnterpreteerd, de waarheid wordt verdraaid, wat ik ook doe of zeg, het is altijd verkeerd. Ik ben de lastpost en zij hebben altijd gelijk, ze willen gewoon niet luisteren, het is niet meer te doen, alles voelt loodzwaar. Ik voel mij totaal machteloos, hier word ik ziek van,…’. Vooral de laatste uitspraken geven weer wat er aan de hand is. De inhoudelijke conflicten zijn ontaard, ze zijn interpersoonlijk geworden.

Niets van wat gezegd, gedaan of zelfs gedacht wordt, kan nog begrepen worden. De partners kunnen het niet meer opbrengen om geïnteresseerd te zijn in de zorgen en het perspectief van de ander. Ze weigeren bestaansrecht toe te kennen aan een ander perspectief dan dat van hen. Ze verkeren in de onmogelijkheid om te zien dat er andere perspectieven kunnen zijn.

Kenmerkend voor dat soort interactie is de gewelddadige communicatie. De partijen gaan over tot het diskwalificeren van alle perspectieven die verschillen van die van hen, zonder deze te exploreren. De communicatie is gewelddadig omdat ze zich rechtstreeks richt tot de persoon. Ze treft een individu diep in zijn betekenisvelden. De verwerping is niet gebaseerd op een verschil in standpunt of visie maar op een veroordeling van de persoon en zijn visie : ‘jouw standpunt is niet legitiem, het is onwenselijk en onwaar, jij bent onbetrouwbaar, je brengt de samenwerking in gevaar.’

Gewelddadige communicatie is een manier van omgaan met elkaar die rechtstreeks naar de binnenkant van individuen gaat en kwetsuren in de diepte veroorzaakt.

Perspectievenonheil in een samenwerkingssituatie heeft, mede omwille van de gewelddadige communicatie, een slechte prognose. Ze leidt meestal tot wapengekletter en wederzijdse beschadiging van individuele partners. Getroffen partners verliezen het zicht op hun betekenis in de groep of het team of de organisatie maar ook op wie ze zijn als persoon. Het conflict kan niet meer gezien worden los van het individu. De kwetsuren in de interpersoonlijke relatie staan een performante taakuitvoering in de weg.

Perspectievenonheil is het gevolg van een onvermogen om om te gaan met een verschil in kijk. Het is het verlies van besef dat de werkelijkheid een constructie is die onderhandelbaar en dus veranderbaar is.

Perspectievenonheil komt helaas regelmatig voor in samenwerkingsrelaties.

Aan diegene die het perspectievenonheil herkent en vaststelt dat er geen bereidheid is om het proces te laten begeleiden, wordt meestal een consilium ab eundis geadviseerd of de raad om te vertrekken. De samenwerking is veranderd in een strijdtoneel en iemand zal het hoe dan ook moeten verlaten, al dan niet op eigen initiatief. Zij die er middenin zitten kunnen het probleem niet aanpakken, idealiter doet men beroep op een externe begeleider. Weinig organisaties zijn echter geneigd om dat te overwegen, ze hebben niet door dat ze te maken hebben met knelpunten in het systeem, hun hele systeem ligt in de knoop met zichzelf. Ze zijn overtuigd dat het gaat om een intern probleem dat kan opgelost worden door een aantal mensen te verwijderen. Dat zijn meestal diegenen die het aandurven om pijnpunten en zorgen op de tafel te leggen. Zij worden doorgaans gezien als lastige mensen of dwarsliggers die moedwillig obstructie plegen en de onderhandelingen onnodig vertragen.

Het beseffen van de complexiteit van samenwerking en het leren omgaan met de lastige kanten van verschil in kijk, druk en beïnvloeding, helpen om perspectievenonheil te voorkomen. Vandaar dat ik wat aandacht wil besteden aan het omgaan met lastige mensen die hoge torens bouwen.

Tot daar het stukje uit mijn boek.

Ik wil deze In Memoriam afsluiten met mijn favoriete parel:

Verschillen tussen mensen creëren ontwikkelingskansen en onthullen de kloof die ons verbindt. Soms overheerst de context verbinding, soms overheerst de context kloof.

 

Het beeld van met een kloof verbonden te zijn, vind ik zeer krachtig. In die mate zelfs dat ik met het idee speelde om het te gebruiken voor de cover van mijn boek dat de werktitel ‘Shi(f)t happens’ droeg. Ik sprak daar over met mijn illustrator en omdat deze toevallig ook mijn zoon is, was dat gewoon tijdens de aperitief op zondagavond. De snelle ruwe schets die hij ter plekke op een stukje papier maakte, deed mij plots aan Het Laatste Avondmaal van Leonardo Da Vinci denken ( en dat had niets met het tekentalent van Willem te maken).

Sinds Dan Brown de Da Vinci code kraakte, vind ik het met name prettig de kloof waarmee we met elkaar verbonden zijn ook te linken aan the Holy Grail. Wat tussen mensen gebeurt is even boeiend, schitterend, interessant, verrijkend en aantrekkelijk maar tegelijk ook een beetje beangstigend en op z’n minst even mysterieus. Wellicht is het ten volle kunnen be-grijpen van al de opdoemsels die zich in die kloof ontwikkelen ook een mythe, wie zal het zeggen?

Ik hoop dat ik anderen kan inspireren, dat zou Flor vast veel plezier doen.

————————————————————————–

Greet Van Zeir is geïnteresseerd en gespecialiseerd in de samenwerkingsprocessen binnen een organisatie. Haar expertise ligt in de ‘fysiologie van de organisatie’ of in het veld van ‘hoe de betrokken partijen werken en wat hun onderlinge samenhang is’.

Ze is auteur van het boek ‘een haalbare weg naar succesvolle samenwerking’.

Meer informatie vind je via deze link:

http://www.maklu.be/MakluEnGarant/BookDetails.aspx?id=9789044134902

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe uw reactie gegevens worden verwerkt.