Kort, bondig en toch altijd méér dan wat ‘popcorn voor de geest’. Dat is het opzet van In Beeld Gebracht. In dit format wordt telkens aan een andere opleider of supervisor van de Belgische Vereniging voor Relatie – en Gezinstherapie en Systeemcounseling gevraagd om een beeldfragment te kiezen. De antwoorden op een korte reeks terugkerende vragen geven samen met het fragment vorm aan reflecties die boeien, prikkelen of ontroeren.
In deze 16e aflevering kiest Karine Van Tricht een fragment uit de film Good Will Hunting. Ze is domeinverantwoordelijke van het domein Mentaal Welzijn aan de KULeuven, is psycholoog en psychotherapeut in het team voor liaisonpsychiatrie bij UPC KULeuven en is ook opleider en supervisor in de cliëntgerichte-experiëntiële en in de relatie- en gezinstherapie.
Wat is de context van het fragment?
Het is een fragment uit de film ‘Good Will Hunting’ waarbij de therapeut (vertolkt door Robin Williams) zijn ‘ongemotiveerde’ cliënt (Matt Damon) van antwoord dient nadat deze hem diep kwetste tijdens een intake sessie.
Wat maakt dat je dit gekozen hebt?
Ik koester dit fragment reeds jaren omwille van de rijkdom aan perspectieven die het omvat en de verwijzingen naar de fundamenten van ons vakmanschap als psychotherapeut. Eerst en vooral gaat het voor mij over de therapeutische relatie, een relatie die vertrekt vanuit gelijkwaardigheid en een respectvolle ontmoeting met de ander, van mens tot mens.
Empathie en meerzijdige partijdigheid staan daarbij voor mij centraal: met een open nieuwsgierigheid treed je als therapeut de cliënt(en) tegemoet. Rogers benoemde het als: ‘Je inleven in de ervaringswereld van de ander, alsof je de ander wordt, zonder ooit dit alsof-karakter te verliezen. De zoektocht naar ‘de goede redenen’ helpt daarbij empathisch te begrijpen. Gendlin beklemtoonde vervolgens het belang van te luisteren naar het eerst volgende antwoord en deze feedback te gebruiken om je afstemming responsief bij te sturen.
In het filmfragment hekelt de therapeut de betweterige en kwetsende houding van de jonge Will en stelt hij dat je de wereld en de ander nooit ten volle zal leren kennen wanneer je je beperkt tot wijsheid van derden (vb. boekenwijsheid). Het echte kennen zit hem in de doorleefde ervaring: het meemaken, zien, proeven, ruiken, delen, … De climax van dit fragment ligt in het einde van het betoog waarin de therapeut de weerspannigheid van de cliënt positief herformuleert als angst en hem uitnodigt het risico te nemen om zichzelf écht te laten zien, in zijn kleinheid en kwetsbaarheid. Deelgenoot worden van deze doorleefde verhalen, ze samen verrijken met bijkomende perspectieven en er zelf door verrijkt worden, raakt voor mij aan de kern van therapie.
Hoe is dit fragment voor jou verbonden aan de systeemtheorie of de systeemtherapie?
Het fragment heeft voor mij heel veel linken met de systeemtheorie en -therapie. Ik belicht graag het perspectief dat doorheen mijn ontwikkeling als psychotherapeut steeds de rode draad vormde, met name de therapeutische relatie. Naast empathie en onvoorwaardelijke aanvaarding, die ik hierboven al toelichtte, staat ook het thema echtheid voor mij centraal. Ik werd hierin onder meer geïnspireerd door het werk van Yalom en Rober en leerde mijn innerlijk gesprek te hanteren als gids om congruent en weloverwogen transparant in relatie te treden.
In het filmfragment balanceert Robin Williams op de grens: hij vertrekt vanuit zijn kwaadheid en geraaktheid, raakt zijn eigen kwetsuren aan en gist empathisch naar de kwetsuren van de ander. Hij kiest een aparte locatie om dit gesprek aan te gaan, alsof hij zoekt naar een neutrale ruimte weg van zijn therapiekamer en het schilderij van zijn overleden vrouw, de plek die als veilige haven dient te fungeren. Mogelijks speelt ook dit een rol in de kans op herstel van de alliantiebreuk.
Het innerlijke gesprek van de therapeut, het feedbackgericht werken en de kritische reflectie tijdens (zelf)supervisie helpen mij om een mate van transparantie te vinden die bij me past en waar ik achter sta. De maatstaf is daarbij onder meer de vraag of mijn transparantie helpend is voor de cliënt(en) dan wel mijzelf zou dienen. Goed weten waarom je iets doet, er goed over nadenken hoe je het zal doen en tot slot sensitief zijn voor alle signalen van feedback zijn daarbij cruciaal.
Je zou dit stukje ook zeer mooi kunnen bekijken vanuit de emancipatorische houding van de narratieve therapeuten en vanuit de family scripts ideeën van John Byng-Hall. De therapeut ziet als het ware door de evidente, voorgeschreven, ‘enge of dunne’ verhalen: die van Will als wees, kwajongen uit de buitenwijk en wiskundewonder. Stuk voor stuk verhalen die gepaard gaan met vooroordelen en beperkingen. De therapeut roept Will op om uit dat beperkend kader uit te breken, te tonen wie hij echt is en te ontdekken wie hij wil zijn. In dat soort positieve, emancipatorische relatie is de therapeut bereid aan zijn zijde op de barricade te staan.
Hoe inspireert het je in je praktijk als opleider of als therapeut?
Dit fragment reist al jaren met me mee en wordt regelmatig ingezet om na te gaan of mijn eigen kompas nog geijkt is, om stil te staan bij de therapeutische relatie met mijn cliënten, om hun feedback en de mijne naast elkaar te leggen en na te denken over manieren om terug on track te raken. Maar ook in opleiding en supervisie heb ik dit fragment al vaker gebruikt om thema’s te faciliteren zoals je grondhouding, het kader, transparantie of het ‘niet-weten’.
Ik onderschrijf daarmee de stelling die Peter Rober in zijn recente boek ‘Gezinstherapeut zijn’ uitwerkt: je kan leren over gezinstherapie, je kan gezinstherapie leren doen, maar uiteindelijk gaat het over een vakmanschap waarbij je gezinstherapeut bent en kennis en vaardigheden incorporeert in je zijn als therapeut (Rober, 2023, p.13). Dit fragment is voor mij zeker en vast een helpend voorbeeld van authentiek gezinstherapeut zijn.
Wie wil je graag dat het volgende fragment kiest?
Hadi Waelkens.