Op 24 september 2021 organiseerde de Interactie-Academie in Antwerpen ter gelegenheid van haar 50-jarig bestaan een feestelijke studiedag onder de naam IN-VLOED. Op die dag presenteerde Lieve Cottyn haar boek Complexe scheiding: uit de maalstroom van conflict. Ik werd door de Interactie-Academie benaderd met de vraag of ik, vanuit mijn ervaring als systemisch counselor in het werken met vaders in hoog conflict na scheiding, in een blog mijn praktijkervaring wilde verbinden met de theorie van haar boek. Ik wist toen nog niet dat het boek 427 bladzijden omvat. Oeps …
Hoe prop ik zoveel theorie en eigen praktijkervaring over een complexe problematiek in één blog? Zoals je ziet ben ik de uitdaging aangegaan. Je leest hier het resultaat. Ik verbind in deze blog een aantal thema’s uit haar boek met mijn praktijkervaring. De voorbeelden die ik geef zijn compilaties om ze zo onherkenbaar te maken.
Werken met vaders in hoog conflict
Ik ben in Nederland als systemisch counselor werkzaam bij een eerstelijns hulpverleningsorganisatie. Ik richt mij met mijn hulpverlening op vaders die verstrikt zijn geraakt in een complex verlopende scheiding. Deze vaders worden bij mij aangemeld vanuit de wijkteams, de Jeugdbescherming, Veilig Thuis en de Raad voor de Kinderbescherming.
Dat ik mij, als mannelijke hulpverlener, richt op de vader komt niet zomaar uit de lucht vallen. Na het behalen van mijn diploma HBO – Maatschappelijk werk, inmiddels alweer heel wat jaartjes geleden, besloot ik als hulpverlener te gaan werken bij het Algemeen Maatschappelijk Werk. Ik merkte al snel dat de hulpverlening die wordt geboden vaak niet goed aansloot bij mannen.
Dit kan te maken hebben met het gegeven dat de hulpverlening veelal wordt bevolkt door vrouwen. Een andere verklaring hiervoor kan ook worden gezocht in de ontstaansgeschiedenis van het Algemeen Maatschappelijk Werk; die van oorsprong sterk feminien is ingekleurd. Hoe dan ook, voor mij was het duidelijk: ik wilde me gaan bekwamen in hulpverlening aan mannen.
Het voormalige Expertisebureau mannenhulpverlening van Jack van der Loo en Rob Geurts is daarin een belangrijke plek om te leren voor mij geweest. Zij hebben als trainer, supervisor en hulpverlener veel bijgedragen aan mijn ontwikkeling op het gebied van hulpverlening aan mannen. In mijn werk met mannen bij individuele problematiek, relatiegesprekken, huiselijk geweld – en ook nu met vaders in hoog conflict na scheiding – ervaar ik nog steeds de waarde van hun invalshoek en het plezier om op een aansluitende wijze met mannen en vaders te werken.
Ik wil in het werkveld van complexe scheiding een verschil maken door vaders te leren weerwerk te bieden aan de zuigkracht van het conflict. Mijn kennis, kunde en niet te vergeten inspiraties om dit te doen en vol te houden heb ik in de afgelopen jaren ook opgedaan bij de Interactie-Academie.
Hiernaast heb ik nog een andere manier gevonden die mij helpt uit de maalstroom te blijven. Wanneer het mij te veel wordt, spring ik in de auto en reis ik af naar Westenschouwen in de provincie Zeeland. Daar kan ik energie opdoen door in de duinen te struinen en door de straffe Zeeuwse wind mijn hoofd leeg te laten waaien.
Een vertrouwd gezicht bij aankomst op Westenschouwen is de vuurtoren. Als bij stormachtig weer een zeetanker richting de Schelde in een maalstroom dreigt te komen dan wijst de vuurtoren als een kompas de juiste richting. De vuurtoren helpt de tanker koers te houden, tegenwicht te bieden aan de zuigkracht van de stroom en niet vast te lopen. Wat zou het toch enorm steunend zijn om als hulpverlener ook zo’n kompas te hebben. Een kompas dat je richting en houvast geeft en je behoedt te stranden in de complexheid en de zuigkracht van hoog conflict na scheiding.
In mijn werk word ik herhaaldelijk geconfronteerd met wat Cottyn in haar boek ‘dominante aannames’ noemt en de invloed hiervan op een complexe verlopende scheiding. Het Adviesrapport Expertteam Ouderverstoting/Complexe omgangsproblematiek (Ministerie van Justitie en Veiligheid, 2021) gaat hier ook op in. In het rapport wordt namelijk het beeld bevestigd dat maatschappelijke stereotypen en breed gedeelde aannames ten aanzien van vader- en moederschap invloed hebben op de gedragswetenschappelijke oordeelsvorming, de advisering, de rechtelijke oordeelsvorming en de handhavingspraktijken van politie. Ik herken dit uit mijn praktijk en was blij verrast hier in dit adviesrapport eindelijk erkenning voor te krijgen.
De rol van de vader in de opvoeding wordt, ondanks alle in dit rapport geschetste ontwikkelingen, nog steeds onderschat én benadeeld. Benadeeld door een negatieve houding bij hulpverleners en rechters ten opzichte van mannelijk gedrag. Vaders voelen en ondervinden dit al langer en hebben dit in de spreekkamer met mij gedeeld. Het vaderschap lijkt niet vanzelfsprekend gelijkwaardig aan het moederschap. Enkele uitspraken uit de praktijk kunnen dat illustreren:
Vader Tom: “Als vader sta je sowieso met 2-0 achter, nee, het is nog erger met 5-0 achter bij de rechter en de hulpverlening”.
Vader Rob: “Ik word door de hulpverlening en rechtbank afgeschilderd als een agressieve vader”.
Vader Teun:’ “Volgens de Raadsmedewerkster zou ik niet voor mijn 2-jarige dochter kunnen zorgen, omdat een kind volgens haar zich moet kunnen hechten aan de moeder”.
Een stevig kompas
Met vallen en opstaan heb ik inmiddels ervaren hoe belangrijk het is te kunnen beschikken over een stevig systemisch kompas met heldere kaders en werksporen om een constructieve werkrelatie met vaders, verwikkeld in een complex verlopende scheiding, te realiseren. Essentieel voor mij als systemisch counselor hierin is het maken van een settingskeuze en het innemen van een duidelijke en stevige positie. Zowel naar de vader, zijn persoonlijk netwerk, maar zeker ook naar de verwijzer en andere hulpverleners die betrokken zijn.
Cottyn biedt de lezer een fundering aan met een helder beschreven conceptueel model dat richting geeft aan het handelen van de hulpverlener: het systemische kompas. Dit kompas is nodig om te kunnen ‘navigeren in de woelige wateren van complexe scheiding’. Het kompas helpt bij het laten kantelen van het strijdkader naar een welzijnskader. Uit ervaring weet ik dat deze omslag voor de vaders en de hulpverlener geen eenvoudige weg is om te bewandelen.
Maar vrees niet, want in haar boek geeft Cottyn hiervoor tal van praktische handvatten. Ze helpt je om keuzes te maken en de voor- en nadelen en valkuilen in het vizier te houden. Er is met deze handvatten een vuurtoren om koers te kunnen houden.
Mijn hulpverleningsstijl is directief, transparant, sturend en actief. Ik durf de stelling aan dat het directief, transparant en actief werken met mannen aansluit op de normen en waarden met betrekking tot mannelijkheid waarmee jongens en mannen opgroeien: de mannelijkheidscoderingen. Zo vormen autonomie en zelfstandigheid een belangrijke kern van de expliciete socialisatie van mannen. Normen en waarden die voor mij als mannelijke hulpverlener herkenbaar zijn.
Het was voor mij verrassend om te lezen dat Cottyn deze stijl in haar boek noodzakelijk noemt: “om strijdpatronen te doorbreken zijn directiviteit en actief regie nemen onontbeerlijk”. Ik heb in mijn werk de keuze gemaakt om te werken met het éénouderspoor en richt mij op de vader. Ik neem de insteek van het solo- en parallelouderschap. Ik zet de vader direct in zijn ouderpositie en breng het kind bij vader in het vizier. Ik spreek zelf niet rechtstreeks met het kind, maar verbind de vader met zijn kind.
In de feedback krijg ik van vaders terug dat zij het een verademing vinden om los van ‘die ex’ ruimte te krijgen voor het uiten van hun zorgen en kwetsuren. Zij waarderen de herkenning en erkenning voor de manier waarop zij vanuit hun autonomie en zelfstandigheid invulling trachten te geven aan hun vaderschap na scheiding. Er ontstaat ruimte om in een veilige context van spreken met vaders confronterende interventies aan te gaan.
Methodische leidraden
In het eerste contact met vaders is vaak de strijd al goed voelbaar in de spreekkamer. Vaders maken mij duidelijk dat ik moet weten dat zij geen slechte opvoeders zijn. Het ligt vrijwel altijd aan de ander. Met die ander wordt de moeder van hun kind bedoeld.
Maar hoe bied je nu weerwerk tegen deze strijd? In het boek worden daarvoor verschillende methodische leidraden aangereikt. Ter illustratie ga ik in op een drietal werkwijzen die voor mij zeer bruikbaar zijn gebleken.
Een voor mij nieuwe werkvorm uit het boek is het aan vaders voorleggen van een keuzemogelijkheid: “gaat u voor de strijdweg of voor de welzijnsweg?” Ik ben die direct gaan toepassen. Wordt de keuze de strijdweg dan maak ik de vader direct duidelijk dat ik hem niets kan bieden. Kiest hij voor de welzijnsweg dan bied ik hem mijn support aan. Vanaf het eerste contact met vader maak ik hier duidelijk dat ik de richting aangeef, het kompas. Vaders waarderen deze duidelijkheid. En geven vrijwel altijd gelijk terug of ze deze weg wel of niet zien zitten. Soms zitten vaders nog vast in de versmalde kijk op de strijd en is het nog te vroeg om de welzijnsweg te kunnen volgen.
Een tweede leidraad is het bij de vader in beeld brengen van zijn kind. Strijd veroorzaakt een versmald kijken. Eén van de gevolgen daarvan is dat het kind soms letterlijk uit beeld is geraakt bij de vader of zelfs onderdeel is geworden van de strijd. De vader – kindrelatie is onder druk komen te staan. Meestal zet ik de vader al in het eerste gesprek direct in zijn ouderpositie, door hem aan te spreken als ‘vader van uw kind’. Ik benoem moeder niet als ‘uw ex ‘, maar als ‘de moeder van uw kind’. Dit laatste roept vaak weerstand op bij vaders, omdat bij hen de negatieve gevoelens die zij hebben over de ‘ex’ vaak op de voorgrond staan. Ik introduceer dan de in het boek beschreven metafoor van petten. De ex-pet en de ouder-pet. Waarmee ik beoog om de vader zijn focus te laten houden op zijn ouderschap en wat zijn kind nodig heeft.
Een derde belangrijke methodische leidraad die Cottyn aanreikt is het externaliseren van het conflict. Ik wil hiermee vaders bewust maken dat het conflict iets is wat zich tussen ouders afspeelt en dat niet de andere ouder het probleem is. In het gesprek met vaders introduceer ik het conflictmonster als aanjager van de strijd.
Vader: “Afgelopen weekend is het misgegaan. Moeder heeft mijn kind niet gebracht. Terwijl toch zwart op wit in het ouderschapsplan staat dat zij dat moet doen. Ik was witheet van woede op dat mens. Ik ben in mijn auto gesprongen en naar haar huis gereden om verhaal te halen. Ondanks aanbellen en roepen werd er niet opengedaan. Onderweg naar huis popte jij in mijn gedachten op, Jan. Ik realiseerde mij daardoor dat ik niet vanuit mijn ouder-pet heb gehandeld. Ik ben in mijn ex-pet geschoten. Ik dacht aan mijn kind.” Counselor: “Aiiii … vader, ik hoor dat het strijdmonster u te pakken heeft gehad. Het heeft u uit de bocht laten vliegen en u bent op de strijdweg beland. Het is een lastige. Vader, wat denkt u hoe dit voor u kind is geweest, u zo boos te zien en horen aan de deur bij haar mama?”
Het externaliseren heeft het effect dat deze vader vanaf een afstand kon kijken naar het conflict waarin hij was gezogen. Hij zag zijn eigen invloed. Er kwam hierdoor ruimte om het welzijn van zijn kind weer in het vizier te krijgen.
Belangrijke aandachtspunten
Na het lezen van het boek realiseerde ik mij weer eens te meer de grote invloed van het netwerk op de relationele dynamiek tussen ouders en kind bij hoog conflict na scheiding. Het netwerk kan steunend werken, maar ook juist de strijd in stand houden of aanwakkeren. De druk op ouders, kind en ook op mij als hulpverlener is groot. Cottyn brengt de vele facetten van de netwerkinvloeden op een toegankelijke en samenhangende wijze in beeld.
In zekere zin zit het netwerk van de ouder met al zijn stemmen ook in mijn spreekkamer. Met ‘stemmen’ bedoel ik hier de persoonlijke en professionele netwerken waar de vaders en het kind mee van doen hebben. Om de beïnvloeding van het netwerk van vaders en hun kind in beeld te krijgen ben ik vaders gaan vragen om thuis een ‘systemische netwerktekening’ te maken die aangeeft welke mensen hen steun bieden, welke mensen last geven en welke mensen allebei doen.
Vaak is één van de belangrijkste stemmen vanuit het netwerk de stem van grootouders. Zij zijn in complex verlopende scheiding vrijwel altijd sterk betrokken. Door partij te kiezen voor hun kind kunnen zij vaak onbedoeld het conflict versterken.
Vader vertelt mij dat het opschorten van de omgang ook zijn ouders raakt. Ze zijn zeer boos door de leugens die moeder over hun zoon vertelt. Zij sporen hun zoon aan om gerechtelijke stappen te zetten. Zijn ouders zo verdrietig en boos te zien, doet vader veel. Het maakt veel woede in hem los, dat zijn ex dit zijn ouders aandoet.
Cottyn vraagt in haar boek ook extra aandacht voor de noodzaak om oog te hebben voor de invloed van wettelijke voorschriften. Ze heeft geconstateerd dat deze in de bestaande literatuur nog te weinig aan bod zijn gekomen. Het wetgevend kader breng ik vrij snel ter sprake in het hulpverleningscontact met vaders. Ik maak duidelijk dat ik mij verbind met de wet.
In mijn spreekkamer willen vaders mij nogal eens overtuigen dat de beste oplossing voor het probleem het laten ontnemen van het ouderlijk gezag van de andere ouder is. Ik confronteer vaders dan met wat de wet daarover zegt. Ik maak duidelijk dat wij samen in de spreekkamer daar niets aan kunnen veranderen. Het effect is dat discussies over het wel of niet eens zijn met de wet vrij snel uit de spreekkamer verdwijnt. Met een knipoog merk ik naar vaders soms op dat zij één keer in de vier jaar via hun kiezersstem invloed zou kunnen uitoefenen.
Als laatste wil ik de maatschappelijk ideeën ten aanzien van ouderschap na scheiding benoemen. Hoewel er een kanteling te bespeuren valt, leeft er in de samenleving en in de hulpverlening nog steeds sterk het idee dat ouders er na scheiding samen uit moeten komen en dat het kind vooral niet mag worden belast. Verwacht wordt dat je na scheiding invulling kunt geven aan een harmonieus ouderschap.
Het systemisch perspectief van waaruit ik werk heeft mij geleerd dat deze sociale verwachting in het geval van complexe scheidingen vaak druk kan geven die conflict verhogend werkt. Die visie heeft me in de samenwerking met professionals al menig discussie en fricties opgeleverd.
In de opleiding systemische counseling heb ik geleerd om mij triadisch te positioneren. Dit betekent dat ik probeer oog te houden voor hoe ik, de vader en de andere professionals worden beïnvloed door maatschappelijke ideeën maar ook wetgevende kaders en werkopdrachten.
Ter illustratie: in de samenwerking met een jeugdbeschermer ontstond er onlangs een spanningsveld. De focus van de jeugdbeschermer was gericht op herstel van het samenwerkend ouderschap. Terwijl mijn focus lag op parallel ouderschap. Ik werd mij bewust dat de jeugdbeschermer gebonden is aan de jeugdwet en protocollen. Het wetskader is te zien als een ‘derde’ partij die mee beïnvloedt. Door triadisch te positioneren kreeg ik het samenspel van al die invloeden weer in het vizier. Ik kon de opstelling van de jeugdbeschermer weer los maken van de persoon en in een bredere betekenisveld van context plaatsen. Dit hielp mij om uit de overtuigingsmodus te blijven en om niet zelf in een waarheidsgevecht te belanden.
In haar boek gaat Cottyn ook in op het grote belang van het innemen van een triadische positie wanneer je als hulpverlener begeeft in het labyrint van complexe scheiding. Ik denk dat het vele lezers van steun zal zijn als zij aan de slag gaan met het systemische kompas.
Tot slot
Kennis opdoen is één, maar die kennis toepassen in de praktijk vraagt tijd, geduld en inspanning. Met het boek Complexe scheiding: uit de maalstroom van conflict heb ik een zeer welkom naslagwerk in handen gekregen voor mijn werkpraktijk. Het helpt mij om -wanneer het strijdmonster mij te pakken neemt of als ik dreig vast te lopen – het systemische kompas te herpakken.
In mijn werk als systemisch counselor ontmoet ik zorgende vaders die betekenis willen geven aan hun vaderschap na scheiding, maar hier maatschappelijk niet altijd de nodige erkenning voor ervaren. Het systemisch kompas dat Cottyn aanreikt in haar boek biedt hulpverleners handvatten voor een aansluitende hulpverleningsaanpak bij vaders.
_____
Jan van Muijden werkt als systemisch counselor.
Literatuur:
- Cottyn, L. (2022). Complexe scheiding – uit de maalstroom van conflict. 427 blz. Interactie-Academie vzw
- Adviesrapport Expertteam Ouderverstoting/Complexe omgangsproblematiek – Ministerie van Justitie en Veiligheid, 2021