Aan elke strijd komt een einde

Ali Blue (niet haar echte naam) is 16 jaar. 8 jaar geleden zijn haar ouders gescheiden. In deze bijdrage schetst ze haar verhaal. De strijd, het verdriet, de veranderingen, de tijd en de hoop. Maar vooral: haar eigen stem.   

 

—————————————————————-

Ik was acht toen mijn ouders uit elkaar gingen. Het was niet simpel, kan ik op z’n minst zeggen. Allereerst had ik helemaal geen close vrienden van wie de ouders ook gescheiden waren en bovendien kwam als oudste de taak in mijn handen mijn broer en zus te vertegenwoordigen in de soms wel moeilijke situaties die kinderen van pas gescheiden ouders onder ogen moeten zien. Maar goed, als 8-jarige heb je zelf nog niet veel besef van complexere gevoelens dan blij, boos, bang en verdrietig. Je kan die gevoelens dan zeker nog niet op de juiste manier uitdrukken. Er nu op terugkijkend, waren mijn levensjaren tussen mijn 8 en 10 jaar periodes van opgekropt ongeluk waar ik geen stem aan kon geven. Toch moest het moeilijkste dan nog komen.

Ik heb het geluk gehad dat mijn mama al veel scheidingen had gezien met kinderen die in de kou bleven staan. Haar grootste bezorgdheid is ook altijd geweest hoe wij er ons bij voelden, wat het effect op ons zou zijn. Voor deze nooit aflatende bezorgdheid wil ik haar bedanken. Toch had ik minder geluk met mijn papa. Niet dat hij ooit slechte intenties heeft gehad. Nee, hij bedoelde het altijd goed. De manier waarop de dingen echter evolueerden was vrij dramatisch voor ons, de drie kinderen van het gezin. Mijn papa was steeds minder in staat om te zien wat goed voor ons was en bijgevolg zijn er keuzes gemaakt die eigenlijk in niemand zijn voordeel waren. Die keuzes waren enkel de voedingsbodem voor een overbodige strijd.

Concreet kwam het erop neer dat we in een week- weekregeling terecht kwamen, met wissels elke week op vrijdag na school. Mijn papa had een vriendin en bij haar gingen we inwonen. Mijn mama was bezig met een nieuwe thuis voor ons op te bouwen en in tussentijd woonden we bij haar ouders, onze grootouders. Dit lijkt misschien geen erg dramatische situatie, maar wanneer we inzoomen op de details kunnen we nu, jaren later, duidelijk de foute keuzes en de invloed die ze hadden zien. Zo is er nooit overleg geweest of we met z’n drieën daadwerkelijk bij de vriendin van mijn papa wilden gaan wonen. Week- week was ook geen regeling die uit onderling overleg voortgevloeid was, maar een regeling die via de juridische weg opgelegd was. Hierbij wil ik geen kritiek uiten op iemand persoonlijk, maar wel op het systeem. Het systeem heeft hier zwaar gefaald en de ‘wonderregeling’ die week-week gedurende enkele jaren leek te zijn, is te snel naar voor geschoven geweest als ideale oplossing.

Zoals vele kinderen heb ik een papa die heel veel werkt. Bij mijn papa stond werk altijd op de eerste plaats. Dat is nog steeds zo. Hij is er in de jaren na de scheiding tot nu zelfs in mijn ogen nooit in geslaagd om een evenwicht tussen werk en privé te vinden. Bijgevolg waren de effectieve uren die we in ‘zijn’ week echt met hem doorbrachten vrij schaars, de grootouders aan vaders kant waren eigenlijk ons tweede huis. Gelukkig dat zij ons nog het meest opvingen, daar voelden we ons nog wat thuis. In tegenstelling tot zijn huis, waar we enkel sliepen en ontbeten. Het huis van zijn vriendin, waar we naar verhuisd waren, deed ons helemaal niet thuis voelen. Ja,we hadden een eigen kamer, ja ons speelgoed stond daar. Maar een eigen kamer en wat speelgoed maken geen thuis. Nee, een thuis wordt gekenmerkt door warmte, familiegevoel, een nest dat als een vangnet fungeert in je leven. Dat gevoel ontbrak ons één week op twee.

Het missen van dit gevoel mag niet onderschat worden. Je moet het je voorstellen als niet in slaap willen vallen omdat je bed niet zo warm en geruststellend voelt als normaal, je naar beneden haasten bij je papa omdat je je boven toch niet zo comfortabel voelt, altijd met meer dan één in de badkamer willen  zijn omdat het anders heel onbehaaglijk voelt. Als je de optelsom maakt kom je op één week uit waar je je door moet slepen. Zo was het ook naderhand, een uitzichtloze week, met als enige lichtpuntje vrijdag na school, de dag van de wissel.

Daar kwam nog bij dat langzamerhand duidelijk werd dat de vriendin van mijn papa (ik heb een afkeer van het woord stiefmoeder) zich vijandig opstelde tegenover mijn moeder. Er is het gezegde ‘schijn bedriegt’ en ik moet zeggen dat dat hier echt van toepassing was. Het is helemaal niet moeilijk om met een kind overeen te komen, je geeft ze wat aandacht en laat ze eens wat langer opblijven en je bent de beste vrienden, bij wijze van spreken. Maar hoe ouder die kinderen worden, hoe meer ze een stem leren geven aan wat ze echt voelen. In mijn geval betekende dat ik een stem leerde te geven aan dat ongeluk, dat niet- thuisgevoel.

Ik kon die stem echter maar één week op twee volledig uiten. Bij mijn papa was er een sfeer van ten allen tijde het masker van gelukkig gezin ophouden en die last was loodzwaar. Ik was doodongelukkig, kon mijn mama voor een week niet zien, mocht haar niet zien, want het was ‘zijn’ week. Alsof wij een bezit zijn dat een week wordt ondergebracht ergens en dan gewoon terug verplaatst wordt. Gevolg was dat ik toch stiekem bij mijn mama ging wanneer ik kon, voor school bijvoorbeeld. Als mijn papa of zijn vriendin er dan toch achter kwamen dan wist ik wat mij te wachten stond: een vernedering, een preek, een tirade over hoeveel pijn ik hem hiermee deed, hoe ik me niet aan de regels hield.

Mentaal brokkelde ik langzaam af, want er kwam nog bij dat ik de steun was waar mijn broer en zus altijd konden op terugvallen. Ook zij voelden zich absoluut niet thuis in het huis, maar ik was hun vangnet. Deze weken sloopten mij. Eén week op twee doorbrengen en geen houvast hebben en terwijl was ik zelf de houvast voor mijn broer en zus. Ik kan op mijn twee handen de weken niet meer tellen dat ik enkel meeging voor hen, lijnrecht tegenover wat ik zelf wilde.

Een andere moeilijkheid die er in mijn situatie bij kwam kijken was de stroeve communicatie tussen mijn ouders. Mijn mama was van goede wil en zag ook het nut van wekelijks over ons welzijn te communiceren, mijn papa daarentegen had besloten dat hij nooit meer met zijn ex-vrouw wou praten. Zij was een afgesloten hoofdstuk, ook als dat betekende dat wij hieronder te lijden hadden. Terwijl mama alles in haar werk stelde voor een vlotte communicatie en zo weinig mogelijk strijd, koos mijn papa het andere pad. Het pad van advocaten, strijd en elkaar negeren. Een vechtscheiding met alles erop en eraan.

Mensen die voor deze weg kiezen en zeggen dat ze geen keuze hebben, liegen. Je hebt altijd een keuze, en de beste is die, die het minst schade berokkent aan iedereen. Als volwassenen denken alles voor de kinderen even op te lossen door een strijd te voeren tegen de andere ouder dan hebben ze het goed mis. Die strijd plaatst de kinderen enkel tussen twee vuren en bezorgt hen een hoop ongemakkelijke momenten Dit lot was ook mij, mijn broer en mijn zus ten deel gevallen. Terwijl mijn papa keek naar de scheiding in termen van winnen en verliezen op juridisch vlak, verloor hij ons uit het oog. De werkelijke verliezen lijd je niet in de rechtbank maar thuis.

Mijn mama bleef door de jaren heen pogingen tot communicatie ondernemen, zonder succes helaas. Zij zat vast in een strijd waar ze niet eens in wou zitten. Ik beleefde deze strijd als een moeilijk gegeven dat ik langzamerhand als normaal ging beschouwen. Ik begon het normaal te vinden en zag het als vanzelfsprekend dat bij elke scheiding jaren van strijd kwamen kijken. Mijn broer, zus en ik ervaarden die strijd als een noodzakelijk kwaad. We waren er absoluut niet blij mee, het bracht ons meer dan eens in lastige posities en bovendien ziet niemand zijn ouders graag ruziemaken.

Langzamerhand begon de slopende regeling zijn tol te eisen. Er kwamen incidenten waarbij ik naar mijn mama ‘vluchtte’, er kwamen incidenten met fysiek geweld. Het was de uitkomst van verschillende jaren van  de onmogelijkheid van normale  communicatie tussen mijn ouders, van mezelf forceren, van niet gehoord te worden en van nog zo veel meer. Er moest iets gebeuren, ik moest een lijn trekken om mezelf niet te vernietigen. Na vier jaar stopte ik met de week-week regeling. Ik zou wel nog teruggaan naar mijn papa voor mijn broer en zus, er zouden nog vernietigende gesprekken volgen, maar het was een begin.

Wat dan wel bovenkwam waren de littekens, de opgekropte pijn van al die jaren. Het kwam zelfs zo ver dat ik suïcidaal werd. Ik had levenslust verloren en het gebroken contact met mijn papa bevestigde voor mij dat ik niet goed genoeg was en niet verdiende te leven. Deze strijd met mijzelf duurde een hele tijd, gelukkig had ik een mama die hulp voor mij zocht. Gelukkig, anders kan ik eerlijk gezegd niet garanderen dat ik hier nu nog had gestaan.

Langzaamaan kwam ik boven de pijn uit en hervond ik mijn zin om te leven, al bleef het slechte contact met mijn papa en het eeuwigdurende conflict van de week-week regeling waar mijn broer en zus nog inzaten. Zelfs nu, drie jaar nadat ik mijn mama gezegd had dat ik het leven niet meer zag zitten, zelfs nu heb ik het soms nog moeilijk. Want hoewel ik al lang niet meer in een week-week zit, bleef ik proberen om contact te houden met mijn papa.

Dit contact met mijn papa is globaal gezien helaas niet verbeterd. Er zijn momenten van hoop dat ik denk, zelfs weet dat het goed gaat komen. Maar er zijn ook momenten dat ik het niet meer wil, dat ik hem niet meer in mijn leven wil. Ik mis interesse van zijn kant, de verantwoordelijkheid, de wil om zijn rol als papa op te nemen ontbreekt. Dat doet nog steeds pijn. Maar ik weet  dat er aan elke tunnel een einde komt. Zelfs aan die verdomde week-week regeling is een einde gekomen.

Er zijn ook positieve dingen gebeurd . Zo heeft mijn papa de relatie met zijn vriendin beëindigd en een huis voor ons gekocht. Ondertussen is het bijna helemaal gerenoveerd. Dit zijn voor mij de twee grootste positieve evoluties in de laatste drie jaar. Ik ben oneindig dankbaar  dat mijn papa voor één keer in zijn leven voor ons gekozen heeft en niet voor zijn vriendin of zijn werk. De tranen van geluk zijn overvloedig gevloeid. Wel was na deze twee gebeurtenissen niet alles opeens op wonderbaarlijke wijze opgelost. Ik heb nog steeds een papa die geen interesse toont, die naar mijn mening geen goede werk-privé balans vindt en die nog steeds lak heeft aan communiceren. Maar ik heb hoop.

Dus voor iedereen die in een positie zit gelijkaardig als degene waar ik ook in zat, het stopt. Ooit gaat het stoppen.  Na jaren slijten de scherpe randjes van de pijn wat af. Je voelt het minder scherp, maar het is er nog wel. Maar totdat het einde van de tunnel bereikt is, heb ik één heel belangrijk advies: volg je gevoel. Dat is het beste advies dat ik heb. Als je ergens in vast zit maar je bent nog niet bij machte om je verbaal correct uit te drukken of je weet nog niet goed wat je wel wilt, al ben je zeker dat je het anders wilt: volg je gevoel! Het is de beste wegwijzer tot zelfontplooiing en mentale rust.

Het slechtste advies is: je gevoelens opkroppen, een absolute afrader. Omring je met mensen tegen wie je kan ventileren, mensen die gewoon luisteren en je problemen als kind van gescheiden ouders niet afdoen als een banaliteit. Want het mag absoluut niet onderschat worden: je ouders uit elkaar zien gaan, een nieuwe thuis moeten zoeken en nog zo veel meer. Ik wil daarom alle kinderen die ervaren wat ik ervaren heb, of die een fractie ervan ervaren of die nog erger lijden dan ik gedaan heb een hart onder de riem steken. Gewoon een welgemeende knuffel geven, zeggen dat ze niet alleen zijn en dat ze beter verdienen. Want elk kind verdient een onbezorgde jeugd, zelfs als er gescheiden ouders aan te pas komen. Elk kind verdient het om zich ergens thuis te voelen.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe uw reactie gegevens worden verwerkt.