Over groepen en individuen: gedachten bij het Reuzegom-proces

Als ik de foto’s van de Reuzegommers en hun batterij aan peperdure advocaten zie, schieten er allerlei vreemde associaties door mijn hoofd. De wakkere burger in mij is sociaal betrokken, krijgt capriolen in zijn denken en gaat een hartig woordje meepraten.

Ik zie de geblurde foto’s van de Reuzegommers en louter op basis van hun kleding en kapsels moet ik aan een bepaalde socio-economische klasse denken. Vrijwel onmiddellijk dicht ik ze ook bepaalde, niet zo fraaie eigenschappen toe. Mensen zijn lui in hun denken en ik ben daar geen uitzondering op.

Hoe zou het proces eruit zien moesten er geblurde foto’s van allochtone jongeren in trainingspakken in de krant staan? Dat zou zeker ‘gefundenes fressen’ zijn voor bepaalde politieke partijen die er garen uit zouden spinnen. De vraag die nu vaak gesteld wordt – hoe het nu eigenlijk zo ver kunnen komen is? – zou mogelijks minder gesteld worden. Men weet namelijk het antwoord. Mensen zijn lui in hun denken en politieke partijen zijn daar geen uitzondering op.

Kort door de bocht

We vinden het handig en gemakkelijk om aan bepaalde groepen persoonlijkheidseigenschappen of karaktertrekken toe te schrijven. Wanneer ik  over straat loop en en een groepje langharige, bebaarde mannen zie – gekleed in lederen vesten met allerhande symbolen – en ze komen mijn richting uit, gaan alle alarmbellen af.

Johan, let op waar je kijkt, niet te lang in de ogen van één van die mannen kijken, ga een beetje opzij zodat zij zeker niet voor jou opzij moeten gaan, …

Want één ding weet ik zeker. Deze heren hebben niet veel tegenwerking nodig om het op een fijn gevecht te laten uitdraaien. Deze gedachten – die natuurlijk evenveel kans hebben fout als juist te zijn – schieten vliegensvlug en bijna reflexmatig door mijn hoofd.

Soortgelijke op stereotypen gebaseerde gedachten, even ongenuanceerd, even kort door de bocht, mogelijks even fout, schieten door mijn hoofd bij het zien van de Reuzegommers. Ik zie met mijn geestesoog bepaalde automerken, bepaalde woonbuurten, bepaalde sporten, bepaalde vakantiebestemmingen, bepaald gedrag, gebruik van bepaalde drugs, …. die ik geautomatiseerd associeer met deze groep.

Andere hoedanigheden

Ik denk ook in andere hoedanigheden. De psycholoog in mij maakt zich bijvoorbeeld zorgen over het welzijn van veel van de betrokkenen. Ik voel ook dat die psycholoog blijkbaar meer empathie kan opbrengen bij de omgeving van Sanda Dia dan bij de aangeklaagden en hun achterban. Terecht? Nee, natuurlijk niet. En toch voel ik het gebeuren.

De psycholoog heeft nog een zorg. Mogelijks zijn er bij de Reuzegomleden jongens die denken : “ik en mijn vrienden hebben een ongelooflijk grote en stomme fout gemaakt. Geef ons een gepaste straf die hopelijk voldoende louterend werkt zodat ik verder kan met mijn leven en de mensen terug in de ogen kan kijken.”

Zoals het er nu uitziet, lijkt het er op dat voor deze gedachten geen plaats is. Want papa, mama en de peperdure advocaat hebben beslist dat er geen sprake kan zijn van schuldbekentenis en dus moet zoon verklaren wat advocaat en ouders hen voorkauwen. De psycholoog in mij maakt zich zorgen over de effecten als het toch tot een vrijspraak komt.

De systeemtheoreticus in mij is dan weer gefascineerd door groepsprocessen die zich voor, tijdens en na de doop afspelen. Maar ook de vader van vier zonen die soms tegen zaken aanloopt die me bezorgd, verdrietig en boos maken, praat een mondje mee.

Eén ding is zeker. Het Reuzegomproces en het overlijden van Sanda Dia tijdens het doopritueel resoneert meer met mij dan andere zaken die in de media komen. En aan die aandacht in de media te merken, ben ik niet alleen.

Onvoldoende verklaring

Eén aspect houdt me als systeemtheoreticus vooral bezig. Wat in de context van zo’n studentenclub of -doop maakt dat schijnbaar alle gezond verstand, alle mogelijke vraagtekens die bij de daden tijdens de studentendoop te plaatsen zijn, op één of andere manier niet meer gedacht worden?

Je zou kunnen denken dat door overmatig alcoholgebruik – gekoppeld aan een traditie van wansmakelijke praktijken – zaken uit de hand kunnen lopen. Maar dit voelt als een onvoldoende verklaring.

Zoals je kan lezen in de media was de hele doop met alles wat erbij hoorde op voorhand tot in de details in een scenario op papier gezet. De context is dus groter dan het momentum tijdens de doop waarop zaken uit de hand lopen.

Breder vraag ik me af welke dynamieken maken dat er voor gezond boerenverstand blijkbaar geen plaats meer is. Dat de deelnemers aan de doop in hun denken en doen blijkbaar gevangen geraken in een groepsdynamiek waarbij het individuele denken stopt. Hoe werkt dat?

Ik denk en geloof dat wanneer je nu aan alle betrokkenen vraagt wat ze vinden van de zaken die ze gedaan hebben, ze oprecht vinden dat dit wansmakelijke praktijken waren. En toch is het kunnen gebeuren.

Blijkbaar kunnen er in groepen zaken gebeuren die los komen te staan van het denken en oordelen van elk individu. Dat rituelen er op gericht zijn duidelijk te maken dat de groep boven het individu staat is helder, maar het biedt me onvoldoende verklaring over hoe het individuele denken genegeerd wordt of stopt.

Smoke in the room

Velen onder jullie kennen het sociaal experiment ‘smoke in the room’ waarbij 15 acteurs ervoor kunnen zorgen dat 1 proefpersoon in een kamer vol rook en een loeiende sirene blijft zitten met gevaar voor eigen leven. Hier is geen sprake van rituelen. We merken dat in deze situatie het individuele gezonde boerenverstand gevangen raakt in een groepsdenken waar iedereen in de groep mee slachtoffer van is.

Als systeemtheoreticus ken ik deze dynamiek, ik laat regelmatig het ‘smoke in the room’- experiment zien in cursussen. In een verhaal als dat van Reuzegom komt het evenwel op een zeer brutale manier binnen.

Op grote schaal hebben we iets gelijkaardigs gezien in nazi Duitsland waar mensen zaken gedaan hebben waar ze achteraf zelf niet van begrepen hoe dat kon. Denk bijvoorbeeld aan de vele kampbewakers in de concentratiekampen.

Maar ook op kleinere schaal en minder dramatisch merk ik het in mijn eigen omgeving. Zo heb ik gemerkt dat de voetbalploeg waar mijn kinderen spelen doordrenkt is met een stevige portie alcohol. Feestjes ontaarden regelmatig in regelrechte drinkgelagen waar vooral véél gedronken wordt. Ik probeer mijn kinderen aan het verstand te brengen dat ik en mijn vrouw niet willen dat ze dronken thuis komen. Ik geloof mijn kinderen ook dat ze zich echt willen houden aan deze ouderlijke eis.

En toch: in de loop der jaren ben ik mijn kinderen een aantal keer moeten gaan ophalen op één of ander feest omdat ze niet meer goed op hun benen konden staan.

Als we constateren dat groepsdynamieken er blijkbaar voor kunnen zorgen dat individuele gedachten of meningen volledig ondergeschikt worden, en wanneer sommige groepsdynamieken er juist op gericht zijn om individuele gedachten en meningen te doen verstommen: hoe zit het dan met de individuele verantwoordelijkheid?

De groep

We hebben eigenlijk geen denken over groepsverantwoordelijkheid. Een groep, niet de verzameling van individuen, heeft een misdaad gepleegd. Deze groep was ook groter dan enkel de jongemannen op het proces. Er waren vaders van deze heren, die vroeger ook Reuzegommers geweest waren, die vanop afstand en via berichtjes supporterden tijdens het doopweekend.

Er waren alle leden van Reuzegom uit de voorbije jaren die een traditie gestart waren van – ik ga het woord toch gebruiken – sadistische dopen, waar de huidige generatie, als ze deel wilden uitmaken van deze community niet voor konden onderdoen.

Al deze mensen maken deel uit van een groep die verantwoordelijkheid draagt voor het gebeurde. En, heel erg cynisch: als het niet zo dramatisch was afgelopen met Sanda Dia, zou de kans reëel zijn dat hij het jaar erna deelgenomen zou hebben aan de doop van de nieuwe leden.

Helaas voor de individuele leden van Reuzegom merken we dat er een groot gemis is aan een groepsdenken. Groepen die bestaan, los van de verzameling van individuen. Dus niet als het hiërarchisch hogere maar als een aparte entiteit. Een denken waarvan we kunnen constateren dat het blijkbaar het individuele denken overstijgt en zelfs teniet doet.

Dit groepsdenken, dat er voor zorgt dat in de groep van Reuzegom ook een student geneeskunde zit die er blijkbaar niet tegen opgewassen is. Dit groepsdenken, dat er voor zorgt dat één van de jongemannen op het proces beweert geen racist te zijn, maar waar in een filmpje getoond wordt dat dezelfde jongeman een liedje zingt met de tekst “De Congo is van ons! Handjes kappen, handjes kappen!”

Een nieuw kader

Waarschijnlijk zijn er ook tientallen voorbeelden te geven waarbij groepsdenken ook tot positieve en constructieve uitkomsten leidt. Vreemd hoe die mij nu niet te binnen willen schieten. Rutger Bregman gaf in zijn boek tientallen voorbeelden van het feit dat de meeste mensen deugen. Wanneer we praten over groepen ben ik daar niet zo zeker van.

Heb ik medelijden met deze jongens en vind ik dat ze vrijgesproken moeten worden? Ook ik zit in dat maatschappelijk denken van individuele verantwoordelijkheid. Dus tot op het moment dat we misschien een nieuw kader, een nieuw denken ontwikkeld hebben dat recht doet aan zoiets als groepsverantwoordelijkheid, vind ik dat individuele mensen de prijs moeten betalen. Ook al voelt dat krom en misplaatst.

_____

Johan Bastiaensen is klinisch psycholoog en systeemtheoretisch psychotherapeut. Hij werkt als stafleider en opleider bij de Interactie-Academie.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe uw reactie gegevens worden verwerkt.