Kort, bondig en toch altijd méér dan wat ‘popcorn voor de geest’. Dat is het opzet van In Beeld Gebracht. In dit format wordt telkens aan een andere opleider of supervisor van de Belgische Vereniging voor Relatie – en Gezinstherapie en Systeemcounseling gevraagd om een beeldfragment te kiezen. De antwoorden op een korte reeks terugkerende vragen geven samen met het fragment vorm aan reflecties die boeien, prikkelen of ontroeren.
In deze derde aflevering kiest Mieke Van Daele, opleider aan UGent, systeemtherapeut, supervisor en gewezen staflid van de Interactie Academie, een fragment uit Breaking Bad.
_ _ _
Wat is de context van het fragment?
Het fragment komt uit de Amerikaanse televisieserie Breaking bad, waarin Walter White, een overgekwalificeerde scheikundeleraar op een middelbare school, ‘van het juiste pad afwijkt’ (= ‘breaking bad’).
Hij heeft een vrouw en een zoon, met een motorische beperking, en er blijkt een tweede kind, ongepland, op komst. Op datzelfde moment krijgt hij de diagnose longkanker en geven artsen aan dat hij niet lang meer te leven heeft. De behandeling die erg duur is en de (financiële) toekomst van zijn gezin mee bedreigt, doen hem besluiten het roer om te gooien: samen met een leerling van hem die ooit uitgevallen is op school, maakt en verkoopt hij 99% zuivere Crystal meth. Hij wil zo aan een comfortabele toekomst voor zijn gezin bouwen. In het fragment begeleiden Walter en zijn vrouw hun zoon bij het aankopen van nieuwe kleren.
Wat maakt dat je dit gekozen hebt?
Allereerst boeit me het thema van de TV-serie: ‘wat maakt dat mensen een leven leiden van toewijding aan datgene wat we als maatschappelijk ‘juist’, ‘kloppend’, ‘ethisch correct’ beschouwen’? Wat is dat dan? Hoe ontstaan deze ‘normen’ die ons gedrag reguleren en in stand houden? En daar waar mensen die ‘standaarden’ naast zich leggen, wat speelt er dan in mee? Valt deze ‘norm-overschrijdende act’ dan te reduceren tot de eeuwenoude tweespalt waarin de mens of van nature goed of van nature slecht is? De serie staat stil bij wat er gebeurt als we onze lens verbreden, de context rondom onderzoeken, kijken in welke wisselwerkingen mensen terecht komen en hoe ze van daaruit overwegingen/afwegingen en beslissingen gaan nemen.
Als kijker raak je mee ondergedompeld in die complexe wereld en we voelen tal van elkaar tegensprekende overwegingen: je kan het niet goed vinden wat Walt beslist te doen, als je doordenkt hoe zijn ‘product’ tal van mensen zal gaan beïnvloeden in negatieve zin. Tegelijk voel je sympathie, zie je de betrokkenheid van deze vader op zijn gezin, zien we zijn worstelingen, voelen we hoe dit ‘project’ in de feiten ook eindelijk zijn kwaliteiten op de voorgrond trekt en daar honorering voor ontstaat.
Het fragment zelf illustreert zo’n moment waarin Walter geconfronteerd wordt met het bovenstaande: op elk moment kan Walt en zijn gezin heel veel kanten uit op basis van diverse afwegingen. Hoe gedraag je je als vader in dergelijke omstandigheden, als partner ten aanzien van je vrouw en de moeder van je kind, als man ten opzichte van jongeren, als leraar die lesgeeft aan jongeren van die leeftijd, als klant in de winkel, als mens in een samenleving waar jouw kinderen nog een heel aantal jaren in te gaan hebben, …? Het toont die complexiteit van afwegingen en gevoelens. Het fragment illustreert hoe er een soort ‘gedragskeuze’ komt (gepland, ongepland, bedoeld, onbedoeld, …) met onvoorspelbare effecten en die altijd ook zal beoordeeld worden als ‘goed’ of als ‘bad’… Wanneer is het echt ‘breaking bad’?
Hoe is dit fragment voor jou verbonden aan de systeemtheorie of de systeemtherapie?
Met deze vraag voel ik dat ik tal van antwoorden zou kunnen geven. Ik zie in het fragment het spel van interpersoonlijke perspectieven (hoe kijk ik naar mezelf, hoe kijk ik naar de ander, hoe ervaar ik dat anderen naar me kijken, …), de impact van sociale perspectieven (hoe realiseer ik dat anderen me zien als een ‘goede’ moeder, vader, zoon, 16 jarige, gezin, … en welke druk ervaar ik hier allemaal bij?); de inzet en betrokkenheid van deze gezinsleden op elkaar (hoe ze zorg proberen te dragen voor elkaar, opkomen, elkaar ruimte geven, …), … en met name dan die onderliggende rode draad: hoe kan ik ‘iets goed’ doen?
Ik denk dat we in systeemtherapie proberen om mensen het lef te laten ontwikkelen om dit soort van situaties met ons te delen en ze samen nader te bekijken. En dit vraagt dat we de lens altijd breder zetten en van puur individueel kijken (ik kan niks, ik ben niks waard, ze moeten me niet, …) gaan naar gesitueerd kijken in contexten. We zoeken om samen die soms pijnlijke, confronterende en onterende complexiteit in te duiken en stil te staan bij wat dit kan doen met mensen. We vragen ons af tot welk soort overwegingen mensen dan gedwongen worden, geconfronteerd met botsingen, dilemma’s, en toch uiteindelijk tot keuzes komen. We kijken mee naar hoe ze ‘iets goed’ invullen en hoe dat allerlei kanten uit kan gaan.
Het fragment laat ons, in alle drie de gezinsleden, de invloed rondom en hun effecten op elkaar inleven. Automatisch merk ik dat ik als systeemtheoreticus de constructieve menselijke motieven zoek, en wil onderzoeken hoe ze hier mogelijk ook gedreven worden vanuit een bezig zijn met elkaar, hun ‘dierbaarste relaties’. En dat dit ook geldt voor de jongeren die zo uitdagend-confronterend reageren…
Het fragment laat me dus ook zien en terug beseffen hoe hard een samenleving kan zijn voor mensen die op een of andere manier ‘anders’ zijn. Het illustreert iets van de confrontaties en uitdagingen van deze mensen/gezinnen wanneer ze even ‘de wereld ingaan’ en toont hoe veel confrontaties maatschappelijk ongezien, onbeseft, ongeweten en dus ook ongedeeld voorbij gaan. Tevens ook hoe intense inspanningen om hiermee om te gaan sociaal onzichtbaar worden: je verplaatsen in het verkeer, de materiële middelen die je daarvoor nodig hebt, de sociale ondersteuning die altijd nodig is, de afhankelijkheid van anderen daarin, de lichamelijke uitdaging en energie die het kost, de emotionele barrières die je over moet, de reacties/blikken van omstaanders die je te verduren hebt, het al dan niet reageren op die reacties en hoe dan, … en dat hier allemaal om een simpele jeansbroek te gaan kopen.
En tenslotte voel ik bij dit fragment altijd toch ook een stukje tevreden plezier als ik het effect van de act van Walt (als vader die opkomt voor zijn zoon, als burger in een samenleving) op de zoon zie.
Hoe inspireert het je in je praktijk als opleider of als therapeut?
Tot mildheid. Niet alleen als opleider en therapeut maar ook als mens. Tot het besef dat er zoveel afwegingen zijn die mensen continu maken, op basis van zoveel situaties waar we vaak geen weet van hebben en die we dus als buitenstaander nooit ten volle kunnen overzien. Tot het inzicht dat er zoveel ongedeelde ervaringen zijn die mensen zeer eenzaam, onbegrepen en sociaal weerbarstig of weerstandig kunnen maken. Het maakt me alert als therapeut om aandacht te hebben voor hoe sommigen het lef ontwikkelen om eigen angsten te overstijgen, openlijk rechtop te staan en die snelle, makkelijke reflex om mensen in een of andere dichotomie te wurmen, counteren.
Het motiveert me als opleider om die onzichtbare doch zo beïnvloedende tussenlagen van betekenis, onder de aandacht van (toekomstige) professionals te blijven brengen en hen goesting te geven om interesse en een sensitief besef daarvoor te ontwikkelen. Het inspireert me om zelf alert te blijven, te zoeken naar dergelijke moed, om zelfkritisch onderzoek te blijven voeren en te blijven stuntelen in het vinden van eigen gedragswijzen die een respectvol, zorgzaam en waarderend omgaan met elkaar promoten.
Wie wil je graag dat het volgende fragment kiest?
Ik ben benieuwd naar de keuze van Tomas van Reybrouck.