Kort, bondig en toch altijd méér dan wat ‘popcorn voor de geest’. Dat is het opzet van In Beeld Gebracht. In dit format wordt telkens aan een andere opleider of supervisor van de Belgische Vereniging voor Relatie – en Gezinstherapie en Systeemcounseling gevraagd om een beeldfragment te kiezen. De antwoorden op een korte reeks terugkerende vragen geven samen met het fragment vorm aan reflecties die boeien, prikkelen of ontroeren.
In deze tweede aflevering kiest Hanna Van Parys, opleider in de Permanente Vorming Relatie-, Gezins- en Systeempsychotherapie van de Universiteit Gent, een fragment uit een live optreden van Chaka Khan tijdens het Montreux Jazz festival in 1991.
_ _ _
Wat is de context van het fragment?
Chaka Khan is een Amerikaanse zangeres en songschrijver die in de jaren ’70 doorbrak, eerst met de band Rufus en nadien solo. Hier brengt ze één van haar grootste hits, ‘Through the fire’, live op het Montreux Jazz Festival. Chaka Khan zingt heel begeesterd; ze creëert hier een nieuwe versie van een nummer oorspronkelijk daterend uit 1984, en toch blijft de geest van het nummer intact.
Wat maakt dat je dit gekozen hebt?
Een tiental jaar geleden zong ik het nummer I feel for you van Prince tijdens de zangles. Later ontdekte ik ook de versie van Chaka Khan en die was gewoonweg prachtig! De liefde voor Chaka Khan flakkerde recent thuis terug op, toen we een interview uit 1983 bekeken waarin Chaka Khan – toen 30 jaar oud – haar visie op leven en muziek uiteenzet. Het raakte me hoe ze vertelt dat avond na avond op een podium staan voor haar enkel mogelijk is door de connectie die ze voelt met haar songteksten. Ze voelt wat ze zingt, ze maakt elke keer opnieuw contact met dat gevoel en op die manier is ze echt en spreekt ze zoveel mensen aan. Dat contact maken met je gevoel en het centraal plaatsen van emotie herken ik heel erg in mijn werk als psychotherapeut.
Hoe is dit fragment voor jou verbonden aan de systeemtheorie of de systeemtherapie?
Het nummer gaat over de liefde, zo kennen we er wel meer. Het gaat over risico nemen – for a chance to be with you I’d gladly risk it all – en dat is als je er goed over nadenkt toch wat we voortdurend vragen aan onze cliënten. Cliënten zetten bij ons de ongelofelijk grote stap naar spreken over sensitieve zaken in het bijzijn van een buitenstaander, de therapeut. Waarvoor zou een mens risico nemen? Vaak is dat om opnieuw verbondenheid te voelen, of het nu is tussen ouders en kinderen, tussen partners of tussen andere familieleden. Het risico nemen van samen in therapie te gaan, omdat die persoon en die connectie je zoveel waard is.
Hoe inspireert het je in je praktijk als opleider of als therapeut?
Vorige week zag ik een 20-jarige vrouw samen met haar moeder voor een gezinsgesprek. Na een residentiële opname van enkele weken voor de dochter, kozen ze ervoor om samen op gesprek te blijven komen. In de afgelopen weken hadden we – gezien de coronamaatregelen – een drietal videoconsultaties. Nu de afspraken terug op mijn werkplek kunnen plaatsvinden, verwachtte ik hen daar. Maar de dag voordien kwam er een mailtje met de vraag: “kunnen we het gesprek toch via beeldbellen laten doorgaan?” Geen probleem. Ik was nieuwsgierig en vroeg naar hun redenen voor deze keuze. “Het is beter voor het klimaat”, antwoordde de dochter prompt. Daar kon ik inkomen.
Verderop in het gesprek kwam de plek en vorm van de sessie opnieuw aan bod. Toen voegde de dochter toe dat het voor haar gemakkelijker was om na het gesprek op haar positieven te komen als ze eerst eventjes naar haar kamer kon gaan. Ook moeder vond het fijn om na het gesprek een plekje voor zichzelf op te zoeken. Wanneer ze elkaar daarna weer tegenkwamen in en rond het huis, konden ze al dan niet op de sessie terugkomen. In het geval van een fysieke ontmoeting op mijn werkplek, volgt op het gesprek een ‘verplichte autorit’ of scheiden hun wegen meteen voor enkele dagen (als de dochter terugkeert naar haar studentenkamer). Geen van beide scenario’s was helemaal passend bij wat ze op dat moment nodig hadden.
En zo kom ik weer bij het risico. Samen een therapeutisch gesprek aangaan is je kwetsbaar opstellen. Die kwetsbaarheid, daar moet met zorg mee omgegaan worden. De coronamaatregelen brachten een nieuwe vorm voor de gesprekken met zich mee, en met die vorm ook ruimte om stil te staan bij hoe elk van beiden met de gesprekken en de emotionele impact ervan omging. Bovendien bleek dat deze uitwisseling voor hen ook resoneerde met de thema’s waar ze vaak mee bezig waren. “Wanneer wil je een diepgaand gesprek met mij en wanneer is het fijner om het luchtig te houden?”, vroeg moeder zich af. En “Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we naast praten over moeilijkheden ook ruimte maken voor positieve zaken, plannen en experimentjes?”, klonk het bij de dochter. Praten over praten dus. Maar ook over tuning in en tuning out. Afstemmen, elkaar terug loslaten, om daarna weer de verbinding op te zoeken.
Door te spreken over de vorm van de gesprekken kwamen we uit bij de tussenruimte tussen ‘het gesprek zelf’ aan de ene kant en ‘het dagelijkse leven van cliënten’ aan de andere kant. Deze tussenruimte kwam door de coronamaatregelen – en de gevolgen daarvan voor de praktijk van psychotherapie – meer onder de aandacht. Het is een tussenruimte waar je als therapeut voor een stuk deel van uitmaakt (bijvoorbeeld bij contact met cliënten rond afspraken) en voor een ander stuk ook niet, een terrein waarop ons handelen mee richting kan geven aan het ‘echte’ therapeutisch proces maar waar we niet altijd bewust mee bezig zijn.
Wie wil je graag dat het volgende fragment kiest?
Ik ben benieuwd naar de keuze van Jasmina Sermijn.