Dagboek van een beginnend psychotherapeut – deel 3: duivelse spiralen

Ik ben Leen Goolaerts, klinisch psycholoog en sinds kort erkend systeemtheoretisch psychotherapeut. Na jarenlang de beslotenheid en veiligheid van een ziekenhuisomgeving te ervaren, was ik eraantoe mezelf meer uit te dagen en mijn therapeutisch blikveld te verruimen en maakte ik de overstap naar een nieuwe werkplek. In een naburige huisartsenpraktijk ging ik aan de slag als zelfstandig psycholoog-psychotherapeut. De vierjarige opleiding en nieuwe professionele wending zet in beweging, inspireert en puzzelt. In deze reeks neem ik jullie mee in mijn ervaringen en zoektocht in mijn werken met cliënten binnen een specifiek kader, m.n. een zelfstandige praktijk. Niet enkel knooppunten aangaande praktijkvoering worden belicht, ook inhoudelijke vraagstukken tegen de achtergrond van het systemisch denkkader worden besproken.

Deze bijdrage zoomt in op het verhaal van Lander. Het is een casus die me de veelzijdigheid van ambulant werken heeft doen ervaren: van diagnosticus, therapeut tot casemanager.

Ik ontmoet Lander ruim een jaar geleden voor het eerst. Hij komt samen met Hans, een vriend des huizes, op gesprek. Hij vertelt dat het niet zo goed gaat de laatste tijd, een veelheid aan veranderingen vragen te veel van hem. Zijn partnerrelatie loopt stroef en de kans op echtscheiding wordt concreter. Hij stelt zich vragen bij zijn genderidentiteit – de procedure tot transitie ‘female to male’ is reeds lopende – en het handhaven van een dag-structuur verloopt moeizaam. Een sombere stem voert de boventoon.

De vriend des huizes vult verder aan. Lander is gekend met een psychiatrische problematiek. Verslagen vermelden complex trauma, een diagnose borderline persoonlijkheidsstoornis, depressieve periodes en een agressie-problematiek. Ook heeft hij een mentale beperking en kan hij zich verbaal slechts beperkt uitdrukken. Hoewel hij enkele jaren actief was binnen een gemeentelijk project, is dit op vandaag niet langer haalbaar.

Een tandem die werkt

Lander weet zich mits ondersteuning staande te houden in het leven van alledag; Hans neemt hierin doorheen de jaren steevast een grotere rol op. Aanvankelijk zorgde hij voor administratie, nadien gingen ze samenwonen en werd er een zeker ritme en meer structuur geïnstalleerd. Het sociaal en familiaal netwerk is bijzonder beperkt, uitgezonderd Landers broer Jan, die net als Lander een man is met een mentale beperking en onder meer ook een kwetsbaarheid kent voor psychotische periodes.

Tijdens onze kennismaking ben ik getuige van de warmte en genegenheid tussen beide kameraden. Samen hebben ze al heel wat stormen doorstaan, waarbij Hans zich met vaderlijke zorg en een onmetelijke dosis energie en geduld ontfermt over Lander. Het lijkt haast te mooi om waar te kunnen zijn: Hans is het rationele en stabiele verlengde van Lander en Lander biedt Hans op zijn beurt een zekere doelgerichtheid in zijn leven, nadat hij omwille van gezondheidsproblemen vervroegd op pensioen werd gesteld. Een tandem die werkt.

Eenzame zoektocht naar gepaste hulp

In de gesprekken die volgen krijgen de lastige episodes meer kleur en invulling. Zo blijken transitiemomenten (een job-wijziging, een verhuis, het overlijden van ouders) een bijzondere uitdaging voor Lander. Met regelmaat van de klok en de seizoenen loopt het fout: Lander ontspoort en slaat letterlijk en figuurlijk wild om zich heen. Hans vertelt over zijn ‘eenzame’ zoektocht naar gepaste hulp voor Lander. Dit loopt geenszins van een leien dakje: eerdere opnames werden frequent voortijdig stopgezet wegens een gebrek aan concrete hulpvraag of er wordt bij gebrek aan een alternatief ingezet op collocatie, welke dan na enkele dagen wordt afgebroken. Lander keert dan onverrichter zake weer terug naar huis.

Verwerpingspiralen tussen Lander en de hulpverlening, maar ook tussen hulpverleners onderling voeren de boventoon. Elke omliggende voorziening in de omgeving weet inmiddels wie Lander is en verklaart zich onbevoegd om de zorg op te nemen. Het opnemen van zorg is evenwel (levens)noodzakelijk voor Lander: Hans dient een invasieve ingreep te ondergaan die een behoorlijke herstelperiode zal vragen.

Samen met hen ga ik op pad: Hans en ik zetten in een snel-tempo in op het inventariseren van Landers noden en zorgtraject tot dusver. Spreken met Lander vraagt een concrete, pragmatische insteek; reflectie en beschouwing is te hoog gegrepen. Toch probeer ik hem als een actieve participant mee te nemen in het (toekomstig) zorgverhaal. Ik krijg hierdoor voeling met de knooppunten: als Lander zich niet begrepen voelt kan hij verbaal en fysiek stevig te keer gaan; het vraagt veel van me een modus te vinden waarin ‘spreken’ mogelijk wordt. Ik proef ook van Landers kracht: zijn gevoel voor humor, zijn ‘eigen-zinnige’, relativerende kijk op het leven, zijn liefde voor het Nederlandstalige lied. Thuishulp en administratieve ondersteuning worden succesvol opgestart.

Een mokerslag

De tijd gaat helaas met ons aan de haal: Hans wordt acuut opgenomen en ondergaat de verwachte ingreep. Helaas overlijdt hij kort daarna, als gevolg van een zeldzame complicatie. Een mokerslag. Tegen alle verwachtingen in houdt Lander zich kranig staande. Enkele weken laat breekt echter de veer: onverwacht heeft broer Jan zich van het leven benomen, vermoedelijk tijdens een psychotische episode.

Lander ‘doolt’ letterlijk en figuurlijk door het leven, als opgejaagd wild, zoekende naar antwoorden en rust. Sporadisch stuurt hij een mailtje of belt hij me op, met de boodschap dat het niet langer lukt. Zo nu en dan hang ik aan de lijn met de sociale dienst van de politie met de melding dat ze Lander ergens hebben opgepikt, wat al dan niet uitmondt in een collocatie van enkele uren.

Er lijkt geen passend antwoord binnen de reguliere (psychiatrische) zorg. Allerlei argumenten worden hiertoe ingeroepen: gebrek aan een concrete hulpvraag, risico op ernstige verstoring van het afdelingsklimaat, Lander wordt voldoende in staat geacht voor zichzelf te zorgen en is niet ziek,… Hulpverleners schuiven de verantwoordelijk naar elkaar toe en ‘de stem van Lander‘ verstilt en verstomt. Ook de huisartsen en de thuisverpleging gooien de handdoek in de ring.

De geschiedenis herhaalt zich. Ik herken mezelf in de beschrijving van Hans: ik voel me bedolven onder gevoelens van frustratie en onmacht, ik kan en mag Lander niet opgeven. Voor wie is de man naast de diagnose nog in het vizier? Als een eenzame strijder, met Ramses Shaffy op de achtergrond. – “wij zullen doorgaan” – blijf ik aanklampen en speuren. Ik bel met diverse instanties en doe Landers verhaal. Begrip is er in overvloed, maar concrete hulp en zorg lijken niet voorhanden.

Overleg en onderhandeling

Ik breng mijn verhaal ook bij mijn supervisor die me aanraadt het boek Duivelse spiralen (Boeckhorst, 2003) ter hand te nemen. Verder is haar boodschap: “de huisarts en bij uitbreiding de andere betrokkenen, zijn je medestaanders”. Dat schudt me, na een initiële periode van ongeloof en stil protest, weer wakker. Met wie en wat ben ik aan het strijden en waartoe?

In het verhaal van Lander gaat een ‘duivelse spiraal’ schuil: ondanks verwoede pogingen tot bijsturing en verandering, blijft de situatie escaleren met meer van hetzelfde. Lander verwordt tot pathologie, emoties laaien hoog op en onmacht en moedeloosheid voeren de boventoon.

Overleg en onderhandeling worden beschreven als een manier om deze fnuikende dynamiek te doorbreken. In het verhaal van Lander lukt het finaal om alle betrokkenen rond de digitale tafel te krijgen. Hier valt op hoe alle partijen zich doorheen de tijd hebben toegespitst op specifieke noden en dito zorg, doch nooit wordt het volledige plaatje zichtbaar. Voor het eerst in lange tijd wordt voor velen duidelijk welke impact Landers mentale beperking wel heeft. Het brengt ons bij de piste van welzijn en het terrein van dubbeldiagnose (psychiatrische zorg en mentale beperkingen). Lander is inmiddels succesvol aangemeld.

_____

Leen Goolaerts is klinisch psycholoog en beginnend zelfstandig systeemtheoretisch psychotherapeut.

Literatuur: 

Boeckhorst, F., 2003. Duivelse spiralen. Cursusboek meervoudig-systemisch denken in de sociale psychiatrie. GGNet, circuit Specifieke Zorg

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe uw reactie gegevens worden verwerkt.