Een reis naar ‘accountability’

– drie dagen denken en doen in Praag met het Europese Netwerk ‘Work with Perpetrators of Domestic Violence’ – 

De Interactie-Academie is sinds 2015 lid van het Europese Netwerk WWP (zie ook:  www.work-with-perpetrators.eu. In onze klinische praktijk werken we regelmatig met plegers en slachtoffers van agressie en geweld, paren in de greep van geweld, gezinnen in misbruik en mishandeling, hoge conflictspiralen bij ouderschap na scheiding. Als team zoeken we samen naar nieuwe wijzen van kijken en doen. Ook freelance medewerkers inspireren ons en onze cursisten met hun praktijken zoals groepswerk met mannen die veroordeeld werden voor agressiefeiten, herstelgericht werken met jonge delinquenten, residentiëel  werk met kinderen, slachtoffers van misbruik en geweld. We hebben overlegmomenten  met het Antwerpse Family Justice Centrum (ook een WWP lid), een dienst die vele ketenpartners mobiliseert rond hoog risico casussen. We worden regelmatig gevraagd om opleidingen en supervisies te verzorgen rond huiselijk geweld in Nederland en rond Intra-familiaal Geweld (IFG) in Vlaanderen.

Misschien wordt het al zichtbaar in deze opsomming: we richten ons op de verbinding tussen daders en slachtoffers, op de dynamiek in gezinnen en paren, op de impact van netwerken en diensten eromheen en dat alles vanuit een systemische invalshoek, aangevuld met inspiraties vanuit de narratieve stroming en vanuit NVR ( Non-Violent Resistance). ‘Geweld’ ontstaat tussen mensen en binnen  sociale en maatschappelijke invloeden. In september gaf ik voor de WWP een Webinar over onze werkwijze met als titel: ‘No perpetrator is an island’ (zie website WWP).

Een inkijk in de drie dagen

Tijdens de jaarlijkse driedaagse conferentie ontmoeten Europese organisaties, werkend met daders van huiselijk geweld, elkaar. De bedoeling is praktijken van andere diensten te leren kennen en samen nieuwe krijtlijnen te ontwikkelen voor studie, onderzoek en good practices. Ook wordt nagedacht over toekomstige ‘anti- geweld’ campagnes en over strategische visies naar het Europese beleid toe.

De eerste plenaire bijeenkomst startte met een speed date: op 15 tafels konden wisselend 6 mensen aanschuiven, elke tafel had een vaste moderator met een lijst met vragen. Bijvoorbeeld: hoe kan je mishandelende mannen zover krijgen dat ze verantwoordelijkheid opnemen voor het geweld, wanneer je interventie op het paar of de familie gericht is? Wanneer er geen machtsdynamiek is, is er dan wel sprake van huiselijk geweld? Ik was moderator aan één van de tafels. Mijn diverse en wisselende tafelgenoten, grotendeels werkzaam in individuele daderprogramma’s waren heel duidelijk: als je veilig met een paar of een gezin in de kamer zit en je kan samen werken, dan is er geen sprake van machtsonevenwicht en dus ook niet van geweld. Dan werk je enkel met conflict en niet met geweld, in de betekenis van fysiek geweld, psychologische, emotionele, sociale en financiële controle, onderdrukking en mishandeling. De definitie van geweld lijkt dan te zijn: gedrag gesteld vanuit macht en geïnspireerd door gender- en machtsstructuren en een geprivilegieerde positie.

Andere vraag: is er een verschil in het aanmoedigen van accountability in een individuele context versus een groepscontext? De tafelgenoten waren expliciet: werken in groepen is riskant, de daders leren van elkaar hoe nog beter te mishandelen, te misbruiken, te ontkennen. Ik kon het niet laten mijn visie in te brengen. Mensen, waaronder ook plegers zijn ‘open systemen’. Hun denken en doen is steeds sociaal ingebed en ontstaat voortdurend in sociale relaties en wisselwerkingen, zowel binnen de groep als met netwerkleden buiten het groepsgebeuren. Juist in een groep kun je zicht krijgen op dominante denkens binnen die subgroep en kunnen deelnemers elkaar ook confronteren. (Goris, 2017)

Andere vraag: heeft accountability cultuurspecifieke aspecten en regels? Verschilt dit van land tot land? Wat hebben we nodig van alle diensten rondom een dader om de accountability aan te scherpen? In deze dialoog werden verschillen zichtbaar : een schrijnend gebrek aan accountability bij diensten rondom slachtoffer en dader bijvoorbeeld in Georgië ( als niet EU deelnemend land) versus Zweden.

Ik volgde verschillende  workshops. Een daarvan werd  gegeven door vijf vrouwen uit Zweden die elk een organisatie vertegenwoordigden, hetzij werken met slachtoffers, hetzij met daders. Het was erg leuk hoe ze tijdens de workshop met elkaar spraken en met het publiek, elk vanuit hun eigen uitgangspunt en elkaar aanvulden, hetzij tegenspraken, hetzij confronteerden met hun specifieke know how opgedaan in connectie met hun doelgroep. Het verschil kwam letterlijk in de kamer. We zagen ook filmfragmenten van een vormingsdienst die in scholen werkt. Jongeren leren seksueel gedrag via porno (steeds meer Zweeds geproduceerde hardcore porno). De porno industrie creëert zo mee relationele en seksuele omgangvormen bij 12-14 jarigen. Veel meisjes geven aan seks als heel misbruikend te ervaren. De naam van de dienst die deze voorlichtingsfilmpjes maakt en naar scholen trekt noemt ‘Macho Fabriken’. De Zweedse workshopgevers verwittigden ons dat wij de filmpjes wellicht schokkend zouden vinden daar ‘zijzelf zo een vooruitstrevende seksueel vrije samenleving zijn’. In de nabespreking met deelnemers uit Oostenrijk, Duistland, Spanje,..bleek echter dat deze filmpjes ook zeer goed in die contexten zou kunnen gebruikt worden en de inhoud niet erg afweek van waar jongeren bij ons en elders mee bezig zijn.

Mijn eigen workshop rond het betrekken van familie en netwerken als tegenwicht bij hoog – conflictspiralen en geweldsgedrag was spannend, gezien ik vooral opgevangen had dat zowel bemiddeling als werken met families en netwerken niet het echte daderwerk behelsde. Toch een volle zaal, actieve medewerking  en veel nieuwsgierige en betrokken vragen. Een enthousiaste Fin zou er een blog over schrijven.

Netwerken: een werkwoord

Wat ons bindt in het Europese netwerk is de missie om het aantal slachtoffers van huiselijk geweld te verminderen. Tegelijk richt het Europees netwerk richt zich ook op het Europese beleid en probeert mee te beïnvloeden waar de geldstromen naartoe gaan. Er moet worden afgewogen of de middelen gaan naar projecten voor slachtoffers, hoofdzakelijk  vrouwen en kinderen, of naar Justitie met een versterking van controle op plegers, of naar de behandeling van de daders. Politieke keuzes waarbij het vaak een of-of lijkt te zijn, wat de polarisatie tussen exclusieve slachtofferprojecten versus exclusieve daderprojecten lijkt te versterken. Het vergt bijgevolg een inspanning om een systemische  visie te verhelderen en te vertegenwoordigen tijdens de vele  conversaties, workshops, plenaire ontmoetingen, vragenrondes, tafelgesprekken. Ik beschrijf een tweetal terugkerende kortsluitingen.

Het overgrote deel van de WWP netwerkleden werkt enkel met programma’s die exclusief dadergericht zijn, op de individuele gedragsverandering van de dader. Zowel in het veld van traumahulp als van daderhulp merk ik daarbij een dominant vertoog: individueel werken met trauma of met daderschap wordt voorbehouden aan therapeutische modellen die gericht zij op ‘het zelf’: psychodynamische, intrapsychische, cliënt centered en gedragstherapeutische invalshoeken. Het individuele trauma van de pleger en/of diens stoornis en tekorten staan daarbij centraal. Gezins- en systeemtherapie wordt gezien als werken met ‘de setting gezin of paar’, met als doel psychosociale ondersteuning  en stabilisatie te bewerkstelligen. Pas recent wordt de samenwerking met organisaties die met slachtoffers werken aangemoedigd en wordt nagedacht over programma’s gericht op partnerschap en herstel na geweld. Dat je dadergericht kan werken in zowel setting individu, paar, gezin als netwerkgroep, is een  vreemd denken en een onbekende praktijk. Dat je methodisch kan putten uit zowel therapeutische, counselende , bemiddelende handvatten en dienst-overschrijdend overleg, evenzeer.

In deze driedaagse werden vooral sociale vertogen rond gender en macht als ruimere maatschappelijke invloeden neergezet ( eerder mono-causaal en top-down). Vooral vanuit Zweden wordt een sterke link gelegd tussen het afnemen van geweld en gender-gelijkheid, te beïnvloeden door het tegengaan van dominante mannelijkheidsvertogen.

Systemisch gezien werken we echter niet enkel met brede sociale beïnvloedingen of met de impact van eigen trauma en stoornis, maar taxeren we vele circulaire samenhangen op de co-creatie van geweldsgedrag.

Accountability

Responsabel worden als dader wordt gedefinieerd als een werk van self-discovery, het onder ogen zien van eigen aandeel en daar verantwoordelijkheid voor nemen. Responsabel worden is dan een proces waarin je begint te zien dat de effecten van je doen en laten de ander wel degelijk met veel kwetsuren, leed, angst en verbijstering opzadelde. Accountability vergt een ruimer sociaal engagement:  de pleger ziet niet alleen onder ogen dat hij die lastige effecten teweegbracht, hij engageert zich ook om het leed en de schade te herstellen, zich naar de toekomst te engageren om geen geweld meer te gebruiken in relaties, zich mee  verantwoordelijk op te stellen voor een samenleving zonder geweld. Het is een engagement op een persoonlijk, relationeel en sociaal niveau. Ook organisaties en hulpverleners worden erop aangesproken: hoe werken hulpverleners met cliënten, hoe positioneert de dienst zich ten aanzien van het al dan niet zelf gebruiken van geweld? Accountability doet een appèl op het innemen van een ethische positie. Het werk van Vikki Reynolds (2012, 2014) werd daarbij geciteerd.

Accountability kunnen we zien als ‘een set van regels voor diensten en mensen’. We kunnen het als een individuele kwaliteit of vermogen beschouwen. En, systemisch gezien  kunnen we het zien als een individueel account dat  steeds verbonden is met bredere invloeden en met wat anderen doen en niet doen op dat vlak.  Het proces van accountabel worden, vergt zeker vele kleine en grotere confrontaties. Het is een relationeel en maatschappelijk proces.

Wat neem ik mee?

Een verscherpt besef van high risk situaties bij IFG. Concrete tools zoals taxatielijsten om verschillende variaties van geweld te herkennen en het spreken over verschillende gradaties te faciliteren. Inspiratie uit projecten in Engeland voor de high risk plegers, waarbij op maat gezocht wordt naar een passende mix van ondersteuning, verandering, confrontatie  en controle. Een interessante lezing van Marianne Hester ( UK, Bristol) over een onderzoek die vier types van geweld toont ( éénmalig IFG, veelvuldig IFG, IFG dat optreedt  samen met andere delicten en  veelvuldig en wederzijds IFG, vaak in een context van kansarmoede, alcohol- en druggebruik, dakloosheid, veel chaos).  Geweld van vrouwen blijkt uit onderzoek zich te differentiëren van dat van mannen: vrouwen stappen vaak getergd mee in de geweldscirkel en plegen ook geweld, vaak secundair.  Mannen zijn vaker de eersten die effectief fysiek geweld uitoefenen. Het onderzoek toont ook het verschil in aanpak door de politie bij mannelijke versus vrouwelijke plegers van geweld.

Een  onderdompeling in scherpe tegengestelde perspectieven is echter wel zinvol en kan nazinderen en voeden. Dit wordt mooi geïllustreerd in het citaat van Hannah Arendt (1958)  uit het artikel van Aafke Komter over macht  (Komter, 1992, p 25): “Het is de pluraliteit van perspectieven die de menselijke activiteit als dusdanig betekenis geeft en mogelijk maakt. Eenvormigheid van perspectieven maakt menselijke samenspraak en gedachtenwisseling overbodig”. Dit artikel heb ik gelezen na de drie Praagse netwerkdagen, omdat thema’s als macht en gender regelmatig als oorzaken  voor fysiek geweld werden aangehaald. Ik herinnerde me dat het nadenken over macht vanuit de theorie van systemische circulariteit een heikele bezigheid  was (en ten dele nog steeds is), toegepast in het veld van partnergeweld.  Een discussie over feminisme triggerde me om een artikel te lezen van Suzan Watkins, ( Which feminism, 2018), waarin onder andere in het debat over IFG, ook de bredere arbeidssituatie voor mannen wereldwijd en de gewijzigde positie van vrouwen op de arbeidsmarkt worden meegenomen in een analyse over intra-familiaal geweld.

Juist de onderdompeling in andere perspectieven op mijn eigen denken, gaf me weer stof tot nadenken en stimuleerde me om weer eigen visies scherper te krijgen en meer uit te werken.

Tot slot

Netwerken betekent ook deelgenoot worden in de verzuchtingen van andere diensten: er wordt hard gewerkt, met weinig middelen. Verzuchtingen van Polen en Kroatië, landen waar de  politie de doorverwijzingen naar hulpverleners triëert en daarbij vastlegt wie de dader is, wie het slachtoffer. Diensten  moeten vervolgens met die definiëring aan de slag,  alles op papier zetten en dit naar de politie doorsturen. Verzuchtingen van het nieuwe niet EU- netwerklid  uit Georgië: een gebrek aan maatschappelijke sensibilisering voor het thema, een regering die geen fondsen geeft. In Georgië wordt het “anti – violence netwerk” gesponsord door buitenlandse ambassades. Een geëngageerd WWP- team in Berlijn neemt de zorg op  voor de netwerkleden en wil in de toekomst nog meer werk maken van expertise uitwisseling via webinars en trainingen van en voor netwerkleden.

______________________________

Kris Decraemer is klinisch psycholoog en systeemtheoretisch psychotherapeut. Ze is als staflid en opleider verbonden aan de Interactie-Academie.

 

Referenties

Goris, S. ( 2017). Werken in groep aan agressiefeiten, Systeemtheoretisch Bulletin,  35- 2, p 137-154.

Komter, A. (1992). Controversen en ontwikkelingen in het denken over macht, P&M, 58,  15 – 26.

Reynolds, V., & Polanco, M. (2012). An ethical stance for justice-doing in community work and therapyJournal of Systemic Therapies., 31(4) 18-33.

Reynolds, V. (2014Resisting and transforming rape culture: An activist stance for therapeutic work with men who have used violence. The No To Violence Journal. Spring, 29-49.

Watkins, S. (2018) Wich feminism, New Left Review, 17, 5- 76.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe uw reactie gegevens worden verwerkt.