Over hoe weinig het gaat maar hoeveel het betekent

Lieve Cottyn was mijn docente tijdens de opleiding Toegepaste Begeleidingsmethoden en Multi-systemisch werken, van 2014 tot 2016. Daarna was ze mijn mentor toen ik namens de Interactie-Academie cursussen verzorgde in Nederland met toen nog als titel: ‘Conflictueus (Problematisch) ouderschap na echtscheiding’. We zijn dus bekenden, met als voordeel dat ik vertrouwd ben met haar visie en haar taal, en met als nadeel diezelfde vertrouwdheid die me kan laten denken dat ik precies weet waar ze het over heeft, iets waar ze ons als docent altijd voor waarschuwde.

Ik kom binnen en Lieve laat de nieuwe look van het gebouw aan me zien; eigentijdse wandbekleding met dito meubilair. Ouwe sokken als we zijn hebben we maar enkele interactieve blikken nodig om weemoed te zien in elkaars ogen, ingehaald door de tijd. We gaan zitten op modieuze stoelen die niet gemaakt zijn om lekker in weg te zakken; hier moet worden gewerkt zeggen de stoelen, en niet te lang.

Lieve heeft de laatste twee jaar intensief gewerkt aan een boek over het thema, wat haar al meer dan vijfentwintig jaar in haar rol als hulpverlener en als opleider bezield bezighoudt: hoog conflict scheidingen. Het schrijven van dit boek vormt de aanleiding voor dit vraaggesprek.

Herfst 2017 is het idee voor dit boek ontstaan tussen Lieve, Ellen Reijmers en Kris Decraemer. Ellen in de rol van inhoudelijk redacteur en uitgever en Kris als redacteur en kritisch meelezer vanuit haar expertise met hoog conflict scheidingen als bemiddelaar (altijd met twee ouders dus) .

Een (mee)schrijfteam

Aanvankelijk had Lieve het idee van een bundel, met bijdragen van allerlei mensen die vanuit hun invalshoek en specialisme zouden schrijven over dit thema. Het waren Ellen en Kris die haar op het spoor zetten van haar eigen ideeën op papier zetten als enige auteur. Het schrijven van een boek helemaal door haar geschreven heeft haar goed gedaan; er is trots te zien.

Als kritische lezers dwongen Ellen en Kris de schrijver om explicieter te zijn. In de discussies lichtten verschillende contexten ook op. Door deze verschillen in inbreng heeft het boek een gelaagdheid gekregen die Lieve nooit in haar eentje had kunnen bereiken, zegt ze zeer overtuigend. Het schrijfteam van drie bracht vragen van cursisten uit verschillende werksoorten samen. Vandaar dat dit boek zo is geworden dat het ook gelezen kan worden door professionals die werken in diverse contexten. De knopen en werkelijkheden zijn nu meer uitgeklaard, al die ingewikkeldheden zijn door de lakmoesproeven van die confrontaties gegaan en de verschillen zijn nu onderbouwd te herleiden tot diverse werkcontexten.

Er was het schrijven van het boek voor nodig om verschillende kwesties die impliciet klaarlagen op te helderen en te verdiepen. Lieve vertelt dat de feedback van Kris en Ellen haar in een positie bracht waarin ze vele facetten kon zien en de contexten waarmee deze verbonden zijn. Dat bracht rust.

Eén van de kwesties die is opgehelderd, is die van de setting die je kiest, met wie je werkt. Voor Lieve is welhaast een Watzlawickiaans axioma ontstaan: ‘de setting bepaalt wat je kunt doen’. In het boek wordt dat onderbouwd.

Waarom een boek?

“Wat moet het boek gaan doen, wat beoog je ermee?”

“Het doel van het boek is: hulpverleners een hart onder de riem steken. Het is een boek voor hulpverleners. De riem is immers het moeilijke van het werk, daar wil ik dus een hart onder steken. Het is een pleidooi om mild, geduldig en vastberaden met deze mensen om te gaan en dat je als hulpverlener de vrijheid mag nemen om een beetje anders te werken dan wat je geleerd hebt. Ik hoop dat dit boek hulpverleners ondersteunt om vol te houden in dit hondsmoeilijke werk”.

Deze missie heeft haar op de been gehouden tijdens het schrijven.

“Waarom heb je niet gewoon je artikelen die in het Systeemtheoretisch Bulletin zijn verschenen bij elkaar genomen? Even ordenen en klaar is kees”.

“Dat ging gewoon niet. Dat was toen geschreven, die artikels kregen nu een nieuw laagje. Ik heb in het schrijfproces niet zoveel kunnen profiteren van het werk van toen. Dit boek moest niet alleen geschreven worden maar is ook het eerste boek over deze materie vanuit een doorgedreven systemisch perspectief. Dit boek bestaat nog niet. Ook het consequent, radicaal kiezen voor het in het vizier nemen van de relatie tussen ouder en kind is nieuw en vormt het ruggenmerg van het boek.”

Het correct refereren bleek een enorm werk voor Lieve. Antwoord geven op de vraag; ‘waar haal ik de mosterd vandaan?’ Al die kennis was evident geworden, vanzelfsprekende bagage.  Lieve wilde eer betonen aan al haar inspirators maar dat bleek niet mogelijk. Haar grote inspiratiebronnen zijn de oude systeemdenkers: Bateson, Minuchin, (die ze pas nog in een artikel in het Systeemtheoretisch Bulletin heeft geëerd), en natuurlijk Watzlawick. Het was een genoegen om hun belang te hervinden voor dit boek.

Ontginningswerk

Over hoog conflict scheidingen is nog nooit geschreven op deze manier, bijvoorbeeld over het thema positioneren, daar kon ze in dit kader niets over vinden. Zo bekeken is dit boek ontginningswerk, van dit gebied is geen kaart.

“Het moeilijkst was, beginnen, het met een leeg wit blad voor je te zitten en de eerste gedachten opschrijven. Doordat Ellen en Kris daar dan vragen over gingen stellen werd de tekst alsmaar raker, scherper”.

Het welzijnskader, ook zo’n evidentie, iedereen die het werk van Lieve kent heeft weet van dat concept; maar toen haar gevraagd werd wat dat dan precies is, werd het stamelen.

“Ik wilde er vaak niet aan beginnen, de weerstand die het opriep om dat wat vanzelf sprak toch te expliciteren. Het leverde mij bijwijlen momenten op van niet meer verder kunnen. Welzijn wat is dat? Iedereen heeft een visie op welzijn, maar het moest mijn visie op welzijn worden én een systeemtheoretische visie op welzijn”.

Al schrijvend en in dialoog met Kris en Ellen raakten deze concepten echter opgehelderd.

Schrijven is geen cursus geven

Een van de lastigste processen bij het schrijven van dit boek was voor Lieve het loskomen van haar in de cursuspraktijk gegroeide directe koppeling tussen theorie en handelen. De interactieve praktijk van die trainingen, waar cursisten handvatten willen, dwong Lieve tot een vorm van een stukje theorie direct gevolgd door handelingsperspectieven. Dat kon zo niet in het boek, daar overtuigden Ellen en Kris haar van.

“Dat losmaken van die stevig verankerde combinatie was ontzettend lastig. Hoe zo’n jarenlange praktijk van theorie en praktijk verkleefd (ze gebruikt expliciet deze term) kan raken en welk effect het heeft als je die los gaat trekken”.

Ik vraag haar of ze na het schrijven van het boek, op een andere manier cursus zou geven? Lieve: “Eigenlijk was het onbegonnen werk om dit immens ingewikkelde verhaal in twee, drie of vier dagen over te willen brengen, dat inzicht heb ik nu zeer helder. Daarvoor is het een goede zaak dat er nu een boek is dat eer doet aan de complexiteit van het thema en het rustig uitlegt”, zegt ze met een brede glimlach. Ze heeft in haar carrière veel gepraat, in cursussen, lezingen, supervisies, maar nu heeft ze het opgeschreven. “Dat is een totaal ander werk, het is veel subtieler, rustiger, het is meenemen, uitnodigen; kijk eens door deze bril.”

Een extra moeilijkheid voor Lieve bij het schrijven van een boek was dat je niet mag herhalen en opleiden is herhalen. Na zoveel jaar cursussen geven was herhalen een tweede natuur geworden. Dan is een boek schrijven een volstrekt ander paar mouwen. Hoe voorkom je herhaling?

“Door een terugbladerzoektocht, helaas niet meer gesteund door een jong geheugen” verzucht ze. “Gedurende het schrijfproces is het moeilijk om een overzicht te houden.” Lieve zegt zeer veel bewondering te hebben gekregen voor schrijvers, ze heeft veel boekbesprekingen geschreven in de loop van de tijd en soms ongezouten kritiek geleverd. Ze weet dat die ongezouten kritiek nu ook haar ten deel zal vallen. Nu beseft ze beter hoe moeilijk schrijven is en de noodzaak van goede redacteuren.

Een lastig legaat

Dit denken is wat Lieve wil achterlaten, haar legaat, haar erfenis. ”Een boek om je systemisch kompas vast te houden en ook niet te verlaten als het voor jou als hulpverlener te lastig wordt. De situatie kan zo onverdraaglijk worden en de druk van het dominante perspectief zo groot dat men vindt dat er een eind aan moet komen, dat het probleem dient opgelost en er ingegrepen moet worden. Het boek gaat tegen de stroom in en maakt dominante perspectieven zichtbaar.”

“Misschien lijkt dit boek een spreekwoordelijke druppel op een gloeiende plaat, maar het moest toch geschreven worden. Als je niets doet, verandert er niks”, zegt ze. Ik zie er haar kenmerkende onwrikbaarheid en bevlogenheid in terug.

De titel van het boek wordt, en dat is vers van de pers, Complexe scheiding, uit de maalstroom van het conflict. Ondertitel: een systemische gids voor hulpverleners.

Eén ding was kraakhelder voor Lieve: het moest een coherent, consequent systeemtheoretisch boek worden. “Het boek is geschreven met liefde voor de systeemtheorie; ik hou van de schoonheid van een coherente theorie, niet integratief, niet eclectisch, geen mengvorm”.

Een ander bijzonder aspect aan het werken aan het boek was ook de samenwerking met de illustrator. Door haar tekeningen werd Lieve zich bewust van wat ze met de illustraties wilde. Ze noemt het voorbeeld van de muur tussen de ouders, die zo herkenbaar is voor iedereen die een beetje vertrouwd is met het werk van Lieve. De tekenaar had een haag getekend bij de muur, een esthetische vondst. Voor Lieve riep dat bijna irritatie op, die voortkwam uit de noodzaak om met de illustraties de visie te onderstrepen. “Die haag werkte verwarrend, wat doet die haag daar, waar staat die haag voor, dat soort overdenkingen. Het moest niet decoratief of mooi zijn maar juist, precies”.

Afsluitend zegt Lieve over het schrijfproces, ”Ik heb meer zicht gekregen op wat ik doe, op een rijkdom aan interventies, wetend dat je maar een klein deel van de werkelijkheid kan pakken. Ze mijmert. “Over hoe weinig het gaat maar hoe veel dat betekent”.

Voor mij, de interviewer, maakte deze uitspraak een zeer oude herinnering wakker en maakte het een soort cirkel rond. Op mijn eerste lesdag op de MBO Inrichtingswerk aan de Sociale Academie de Horst (1973), trof ik een methodiekdocente op leeftijd, Hennie Kool die haar les (mijn eerste) begon met de woorden, “We kunnen maar ongeveer 10% van de werkelijkheid methodisch maken, dat is absoluut geen reden om het te laten”.

Lieve is het met me eens dat dit een fraai slotakkoord is voor dit interview-verslag.

_____

Chris van Lenteren is systeemtheoretisch Coach & Counselor. Meer info over zijn werkzaamheden kan je vinden op https://www.lenteren.nl/.

‘Complexe scheiding, uit de maalstroom van het conflict – Een systemische gids voor hulpverleners’ verschijnt op 24 steptember 2021. De boekpresentatie vindt plaats tijdens ‘in-vloed’, de studiedag naar aanleiding van het 50-jarig jubileum van de Interactie-Academie. Alle info: www.in-vloed.be

 

 

 

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe uw reactie gegevens worden verwerkt.