In Beeld Gebracht – aflevering 9, met Ann Vanhimbeeck

Kort, bondig en toch altijd méér dan wat ‘popcorn voor de geest’. Dat is het opzet van In Beeld Gebracht. In dit format wordt telkens aan een andere opleider of supervisor van de Belgische Vereniging voor Relatie – en Gezinstherapie en Systeemcounseling gevraagd om een beeldfragment te kiezen. De antwoorden op een korte reeks terugkerende vragen geven samen met het fragment vorm aan reflecties die boeien, prikkelen of ontroeren.

In deze negende aflevering is het de beurt aan Ann Vanhimbeeck. Zij werkt als psycholoog-gezinstherapeut in het UKJA, op een dagkliniek voor adolescenten. Daarnaast werkt ze als zelfstandig supervisor en opleider. Voor ‘In Beeld Gebracht’ kiest ze twee fragmenten uit de Netflix serie ‘Bloodline’.

___

Wat is de context van het fragment?

Ik heb twee korte fragmenten geselecteerd uit de Netflix serie ‘Bloodline’. Dit is een meeslepende serie over een getraumatiseerd gezin dat gebukt gaat onder geheimen en leugens. Het vertelt het verhaal van een koppel dat zich na de oorlog vestigt in de Florida Keys om daar een vakantieresort uit de grond te stampen. Ze krijgen kort na elkaar vijf kinderen en hebben het naar de buitenwereld toe helemaal gemaakt.

Op een moment van zware ruzie tussen de ouders, vlucht de oudst zoon (Danny) het huis uit samen met zijn oudste zus voor een boottochtje op zee.  Dit doet hij vooral uit zorg naar zijn zus, die panikeert op de spanningen. De tweede zoon (John), die steeds braaf de regels opvolgt durft niet mee en probeert hen nog tegen te houden. De andere twee jongere kinderen worden binnen gehouden. Tijdens deze tocht verdrinkt de zus.

Hierop slaan bij vader de stoppen door. Hij geeft Danny de schuld van de dood van zijn oudste dochter en in blinde woede slaat hij zijn oudste zoon in het ziekenhuis.  De ouders verplichten de kinderen dit geheim te houden en mee te gaan in de leugen dat Danny geraakt werd door een auto. Een verbindend en tegelijk verscheurend geheim.

Ik was zelf enorm gegrepen door deze serie. Het is een echte kluif voor gezinstherapeuten. Ik hou van de steeds weer veranderende perspectieven. Alle personages zijn zo veelzijdig. Je sympathie verandert continue naargelang de personages meer uitgewerkt worden en nieuwe of andere contexten verschijnen. Je wordt als kijker ook langzaam meegesleurd in de familie-intriges en familiegeheimen. Je voelt hoe sterk en destructief deze kunnen zijn, maar je voelt ook de liefde en de zorg.

Wat maakt dat je dit fragment gekozen hebt?

Het eerste fragment is het begin van de serie. Het speelt zich af jaren na het ongeluk en de vader overloopt en definieert zijn vier overgebleven kinderen in een speech op een feest, in aanwezigheid van alle vrienden en kennissen. Speeches kunnen fijn zijn, momenten van erkenning, maar ze kunnen ook heel ‘verengend’ zijn. Diegene die het woord krijgt of neemt, heeft immers ook een machtspositie. Hij bepaalt de identiteit. Deze machtspositie haalt niet altijd het mooiste in de mens naar boven. In het fragment gooit vader met bloemen, maar de bloempotten hangen er nog aan. Hij nuanceert wel, maar heeft het toch maar gezegd.

Elk kind zit dus op zijn manier vast in zijn rol en probeert om hierin meer vrijheid te krijgen. Maar hoe kan je nog vrij bewegen als je door je ouders gedefinieerd wordt als ‘zonneschijn’ (Meg, oudste dochter), ‘oppervlakkige levensgenieter’ (Kevin, jongste zoon), ‘verantwoordelijke’ (John, tweede zoon) en ‘vluchter en geldvrager’ (John, oudste zoon)?

Het is het begin van het verhaal, maar voor mij symboliseert dit fragment ook een beetje het beginpunt van een gezinstherapeutisch proces. Ouders komen met hun kinderen en geven hun mening over de problemen. Vaak zitten ze mee vast in niet-constructieve definiëringen.

Het tweede fragment speelt zich af na de dood van de vader. Meg, die ook als advocaat optrad voor haar vader, was als enige op de hoogte van het feit dat vader zijn oudste zoon onterfd had. Hier zie je hoe geheimen kunnen verbinden en tegelijk verscheuren in gezinnen. Hoe vaak komen geheimen niet pas aan het licht na het overlijden van iemand? Wat een erfenis laat je zo na als ouder?

In het fragment zie je hoe John dit aangrijpt om iets goed te maken naar zijn broer (wat me doet denken aan de ‘balans van geven en nemen’). Zelf leeft hij al jaren gebukt onder het schuldgevoel dat hij het niet opgenomen heeft voor zijn broer Danny, die niet alleen onterecht de schuld kreeg voor de dood van hun zus maar ook nooit erkenning heeft gekregen voor de fysieke mishandeling.

Je ziet de broers en zus verdeeld worden door de loyauteit aan het gezinsgeheim en individuele waarden en keuzes die nu na de dood van vader misschien eindelijk wat ruimte krijgen. Ook dit is iets wat me steeds weer treft in gezinnen. Hoe kunnen de twee tendensen ruimte krijgen: gezinsloyauteit en individuatie? Hoe kan je dit bewerkstelligen zonder breuken?

Ik heb tijdens het bekijken van deze serie herhaaldelijk gedacht: “Als ze nu maar de kans zouden gehad hebben om hier samen over te reflecteren, te spreken in een veilige context…. wie weet?” Ik had het gezin graag in therapie gehad.

Hoe is het fragment voor jou verbonden aan de systeemtheorie of de systeemtherapie?

Het eerste fragment is een mooi voorbeeld van de kracht van definiëringen. Deze zijn meestal niet zo expliciet als in het fragment, maar zijn wel bijna altijd aanwezig in gezinnen. Je vormt immers ook je identiteit in relatie tot anderen in je gezin. Hierbij horen onvermijdelijk ook definiëringen.

Definiëren wordt bovendien ook vaak impliciet of expliciet (via diagnoses) verwacht van ons als hulpverlener. Dit roept bij mij de vraag op hoe je dit kan doen op een flexibele, voedende en meerzijdige manier. Welke verhalen, definiëringen zijn constructief, helpend, voedend en welke zijn juist beperkend?

Daarnaast is het eerste fragment ook een mooi voorbeeld van het zondebokfenomeen, de afsplitsing van alles wat mis is naar één gezinslid. In ‘Bloodline’ is dat Danny, die vlucht en overal een puinhoop van maakt. Je ziet in het fragment echter ook een voorbeeld van een witte ridder in het gezin: John, die altijd zijn verantwoordelijkheid neemt en voor iedereen zorgt. Dit tweede begrip komt van Carl Whitaker. Bij een zondebok is er vaak een ander gezinslid dat alle goede eigenschappen op zich geprojecteerd krijgt, wat Whitaker dus ‘de witte ridder’ noemt. Geen van beide rollen zijn te benijden. Het is dus belangrijk om  oog te hebben voor de twee rollen en in beiden meer nuance, flexibiliteit en vrijheid te verkrijgen. Die rollen hebben immers vaak ook een beschermende functie binnen een systeem.

Dit brengt ons op weer andere begrippen binnen de systeemtherapie, namelijk familiemythes en geheimen. In de serie draait heel veel rond geheimen. Het geheim van de huwelijksproblemen, de agressie van vader naar zijn vrouw en John, het mogelijks vreemd gaan van vader, de geldproblemen van zowel de vader als van John, het drugsprobleem van John. Zo blijven er maar geheimen naar boven komen, naargelang de serie vordert. De geheimen hebben vaak een verbindende functie maar maken tegelijk echt contact en echte verbinding onmogelijk. Beschermende geheimen, maar soms ook toxische geheimen. Een thema dat niet alleen gezinnen verlamt, maar vaak ook therapeuten.

Het tweede fragment inspireert me omwille van de intensiteit die er vaak heerst in gezinnen als existentiële thema’s in het gedrang komen. Door de dood van de vader kan er eindelijk over het onrecht gesproken worden en komt er terug beweging in het gezinssysteem. Het spreekverbod is opgeheven. Existentiële thema’s komen aan de oppervlakte.

De kinderen kunnen eindelijk differentiëren en loskomen uit de enge definiëring. Bevrijdend maar ook beangstigend. Deze manoeuvreerruimte is toch ook wat we vaak proberen te bewerkstelligen met therapie. Terug beweging krijgen in vastgegroeide systemen.

Hoe inspireert het je in je praktijk als opleider of als gezinstherapeut?

Het inspireert me op veel gebieden. Het maakt me attent op de kracht van woorden, op de machtspositie van diegene die het woord krijgt en vooral ook hoe je woorden gebruikt. Door te definiëren kan je vastzetten, zowel in een gezin, maar ook als therapeut. Ik werk zelf als gezinstherapeut in de kinder- en jeugdpsychiatrie, een context waar heel vaak gedefinieerd wordt (via diagnoses) en waar dit ook verwacht wordt. Het is voor mij constant een uitdaging om hierbinnen toch een therapeutische ruimte te creëren voor mezelf en voor gezinnen, waarin de focus verlegd wordt van vastleggende diagnoses naar helpende verhalen. Liefst ook zoveel mogelijk verhalen en zoveel mogelijk perspectieven.

Maar ook als supervisor en opleider poog ik dit steeds te doen. Ik ben me heel bewust van de machtspositie waarin je zit als supervisor of opleider. Mijn interpretaties of bedenkingen kunnen soms meer invloed hebben dan bedoeld en kunnen vast zetten. Ik denk vaak met veel respect terug aan een workshop van Guy Ausloos, die zei dat een goede supervisie een supervisie is waarna mensen naar huis gaan met heel veel verschillende ideeën. Het viel me toen trouwens op hoe sterk die man zichzelf kon relativeren. Voor mij een teken van wijsheid en mooi oud worden. Een doorleefd inzicht dat ‘de waarheid’ niet bestaat.

Daarnaast inspireert de serie me ook om stil te staan bij geheimen. Er niet bang van te zijn als ze destructief zijn. Durven spreken als dit nodig is. Je niet vast laten leggen. Goed blijven uitzoomen zodat je kan reflecteren. Zelf grijp ik rond het thema van geheimen nog vaak terug naar het schitterend werk hierover van Evan Imber-Black: ‘The Secret Life of Families’. Zij leerde me hoe zeker niet elk geheim moet opengebroken worden. En als het wel nodig is; met welke zorg je dit best doet, rekening houdend met de functie van geheimen of de intentie waardoor geheimen ontstaan zijn. Ze leerde me ook hoe dit het begin is van een lang proces van verwerken en integreren van deze nieuwe kennis in je leven.

Zowel als therapeut, supervisor en opleider word ik me hoe langer hoe meer bewust dat ook durf en moed essentieel zijn in onze job. Durven spreken, maar tegelijk met de nodige zorg en voorzichtigheid. Dit geldt voor geheimen maar ook voor existentiële thema’s.

Dit brengt ons dan bij het tweede fragment. Hoe spreken over schuld, angst, loyauteit, maar evengoed egoïsme, intense kwaadheid? Ook hier is durf voor nodig, maar tegelijk ook nederigheid.  Ik zie het als mijn taak om bepaalde thema’s te openen en dan vooral te laten rouleren. Ik probeer nieuwsgierig te blijven, steeds bereid om ook zelf van gedacht te veranderen. Zo blijf ik ook zelf steeds bijleren.

Wie wil je graag dat het volgend fragment kiest?

Greet Splingaer.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe uw reactie gegevens worden verwerkt.