In Beeld Gebracht – Aflevering 5, met Tomas Van Reybrouck

Kort, bondig en toch altijd méér dan wat ‘popcorn voor de geest’. Dat is het opzet van In Beeld Gebracht. In dit format wordt telkens aan een andere opleider of supervisor van de Belgische Vereniging voor Relatie – en Gezinstherapie en Systeemcounseling gevraagd om een beeldfragment te kiezen. De antwoorden op een korte reeks terugkerende vragen geven samen met het fragment vorm aan reflecties die boeien, prikkelen of ontroeren.

In deze vijfde aflevering kiest Tomas Van Reybrouck, opleider en supervisor bij Interactie-Academie, voor een fragment van Freek de Jonge.

_ _ _

Wat is de context van het fragment?    

In 1993 speelde De Nederlandse cabaretier Freek De Jonge mee in de toneelvoorstelling King Lear van Shakespeare. Hij speelde daar de rol van narOp zijn website lezen we: “In zijn rol van nar wijkt hij vaak af van zijn tekst – en dat doet hij volgens de heersende toneelopvatting te vaak -, en brengt daardoor andere acteurs in de problemen”. Op een bepaald moment kan een andere voorstelling, “Hedda Habler” van Ibsen, in Brussel niet doorgaan omwille van ziekte van één van de acteurs. Frans Marijnen, directeur van de schouwburg en regisseur van King Lear, vroeg De Jonge een avond te vullen. Freek nam de gelegenheid te baat en vulde de ganse avond op zijn eentje al improviserend, onder de titel “King Lear en andere drama’s”. Op het podium staan een piano, enkele attributen en een flipover met verschillende ideeën en liedjes waar hij soms naar terug grijpt. Het is een anderhalf uur durende, indrukwekkende voorstelling met vaak grappige maar ook ontroerende momenten. Het fragment dat ik gekozen hebkomt op het einde van de voorstelling waar hij iets zegt over handicap en gave, over armoede en rijkdom en over oorlog en vrede.   

Wat maakt dat je dit gekozen hebt?    

Een interessant criterium bij het maken van keuzes is om iets te nemen wat raakt of resoneert. Dit fragment raakt mij om verschillende redenenHet werpt mij terug in de tijdnog lang voor dit fragment heeft plaats gevondenTijdens mijn jeugdjaren fietste ik geregeld naar de “discotheek” in Brugge. Dat was voor alle duidelijkheid geen dansgelegenheid maar de afdeling bij de bibliotheek waar je vinyl platen (toen nog “elpees genoemd) kon uitlenen. Geregeld nam ik een platen mee van Toon Hermans waar ik al onderweg verlangde om ze bij thuiskomst af te spelenHet beluisteren bracht me even in een andere wereld waar de humor van de sketches me aansprak in combinatie met de ernst van de liedjesIk vermoed dat ook het spelen met taal me toen al boeide en de durf om een podium te betreden en in interactie te gaan met het publiek. Later heb ik het werk van de Nederlandse cabaretiers Freek De Jonge en Youp van t Hek leren kennen en nog later de jongere generatie Vlamingen met Wouter Deprez en Wim Helsen op kop.

De combinatie van humor en ernst is ook een eigenschap die ik waardeer in relaties allerhande, van vriendschappen tot professionele contacten. Met mijn goede vriend Tom besprak ik jaarlijks de nieuwjaarsconferences van Youp van t Hek na en we zijn er nog steeds als de kippen bij om tickets te kopen als één van de heren cabaretiers in het land is. Mogelijks is mijn interesse voor cabaret al veel vroeger ingebed vanwege mijn grootvader die al in 1927 een cabaretgezelschap met drie vrienden had opgericht. Zij gingen naar ziekenhuizen om met sketches en muziek het leed van de zieken te verlichten onder het motto “de zingende medicijn”. Ook al heb ik mijn grootvader zaliger nooit zelf aan het werk gezien, hij was een zeer inspirerende figuur

Tot slot hoeft het niet te verbazen hoeveel plezier het me deed om onlangs samen met mijn 15-jarige dochter naar de laatste voorstelling van Wim Helsen op tv te kijken en samen te genieten van de soms absurde humor. De toekomst is dus verzekerd Humor werkt ontspannend, relativerend en verbindend.  

 Hoe is dit fragment voor jou verbonden aan de systeemtheorie of de systeemtherapie?    

Voor mij persoonlijk was het een eye-opener dat naast ernst ook humor en speelsheid ruimte konden krijgen in een therapeutische praktijk en niet voorbehouden zijn voor het privéleven. Dit in tegenstelling tot dwingende sociale opvattingen op de expertpositie van de therapeut. Dit besef kwam al tot stand tijdens mijn stage in een psychiatrisch ziekenhuis. Ik moest een gesprek op video opnemen om later met de stagebegeleider te bespreken. Dit was uiteraard erg spannend. Een beetje tot mijn opluchting was de geluidskwaliteit zeer slecht waardoor het gesprek niet te goed begrijpen was. Het was een gesprek met een depressieve man die na een suïcidepoging in het ziekenhuis was opgenomen. We bekeken toch een stukje van de video en op een bepaald moment merkte mijn stagebegeleider een kleine glimlach op het gezicht van de cliënt. Hij vroeg me: “Weet je nog wat je hier gezegd of gedaan hebt want ik heb deze man nog niet veel zien lachen?” Nu, 28 jaar later, weet ik mijn antwoord van toen niet meer maar ik weet wel dat het mij nu nog altijd inspireert om bij cliënten op zoek te gaan naar diverse betekenissen, andere invalshoeken, meerstemmigheid, wat er naast en achter het lijden zit, met wie men verbonden is,… 

De narratieve stroming binnen de systeemtheorie inspireert me ook om bij cliënten, naast de probleemverhalen, op zoek te gaan naar alternatieve verhalen en welke waarden daarin belangrijk zijn. Wat is de geschiedenis van deze waarden? Met welke anderen in het verleden én het heden zijn deze waarden verbonden? Wat is er nodig om deze waarden in de toekomst vast te houden,…? Dit alles in de hoop dat er beetje hoop komt. Als een kleine glimlach niet van buiten zichtbaar is, dan misschien toch een beetje aan de binnenkant van de cliënt.  

Naast de resonantie met mijn eigen levenswandel spreekt ook de inhoud van wat Freek De Jonge in het fragment vertelt me aan. Vooral het stukje: “Achter die armoede schuilt vaak een enorme rijkdom en achter de rijkdom een ongelooflijke armoede”  vind ik zeer beklijvend, ook door de manier waarop hij het uitspreekt. Het brengt mij telkens weer aan het lachen. Bovendien zijn het interessante ideeën om over na te denken. De dingen zijn niet altijd wat ze lijken te zijn. Wat we aan de buitenkant zien, komt niet altijd overeen met wat er aan de binnenkant leeft. Dat is soms een voordeel maar kan ook lastig zijn en tot eenzaamheid leiden. Mensen die voor de buitenwereld alles hebben om gelukkig te zijn maar diep ongelukkig zijn, vinden het vaak heel moeilijk om hun lijden en zorgen te delen. Daarnaast klopt het zeker dat mensen die het erg moeilijk hebben, tevens over veel veerkracht en steunende verbindingen beschikken. Rijkdom kan dus op veel manieren geïnterpreteerd worden en is contextafhankelijk.

Over het algemeen is het een helpende gedachte dat niet alles is wat het lijkt. Betekenissen liggen niet vast maar kunnen verschuiven en wijzigen. Daar kunnen wij als systeemtherapeut een rol in spelen, zonder uiteraard onze betekenissen bij de ander op te dringen. Het is balanceren tussen inleven in de cliënt en toch verschil proberen zien, tussen de inhoud au sérieux nemen en bij de betekenis stilstaan.  Ook een concept als “absent but implicit” is hiermee verbonden. Welke mogelijke andere verhalen en betekenissen die ertoe doen maar niet meer opgemerkt worden, zijn er nog verscholen in de verhalen over lijden, pijn en trauma. Of met de woorden van Freek De Jonge: Welke rijkdom zit achter de armoede? 

Hoe inspireert het je in je praktijk als opleider of als therapeut? 

Ook in ons werk is humor en speelsheid belangrijk en kan het evenzeer ontspannend, relativerend en verbindend werken op heel moeilijke momenten. Ik begeleid een groep van ouders die een kind verloren hebben. Daar wordt bij momenten meer gelachen dan je zou verwachten. Humor is bovendien zeer systemisch want er zijn altijd anderen bij betrokken en zelfs nodig. Wie al eens een speech gegeven heeft, weet dat iets op papier grappig bedoeld kan zijn maar niet altijd zo overkomt op het moment zelf. En omgekeerd kan iets een veel grappiger effect hebben dan het aanvankelijk bedoeld was. Wat humor is en wat niet, bepaal je dus niet alleen. Het is niet voor niets dat cabaretiers vele try-outs nodig hebben om hun show op punt te stellen.

Humor is naast relationeel van aard uiteraard ook bijzonder contextgevoelig. Wat in de ene context grappig is, is het helemaal niet in een andere context. In humor herkennen we ook enkele systemische concepten. Het spelen met contexten en interpuncties maakt vaak van iets gewoon iets grappig. Humor gaat net als systeemtherapie vaak over taal en onverwachtse betekenisgeving. De waarde en het beklijvende van metaforen is hier een toepassing van 

Net zoals Freek De Jonge zich moeilijk aan zijn tekst kon houden tijdens de toneelvoorstelling,  zijn veel systeemtherapeuten niet altijd gediend met vaste scenario’s (of protocollen)De kunst van het improviseren is, net als bij ervaren muzikanten, maar mogelijk als je voldoende kunt terugvallen op een stevige basis van diverse concepten, theorieën en hypothesen. Daar is langdurige opleiding , blijvende bijscholing en super/intervisie voor nodig. Improvisatie, humor en creativiteit worden vaak aan personen toegeschreven maar zijn vanuit een systeemtheoretisch kader als relationeel te beschouwenOm te improviseren heb je de ander nodig. Het is vanuit de dialoog dat er iets creatief kan ontstaan. Het publiek heeft invloed op de cabaretier maar is zich daar niet altijd bewust van, net zoals cliënten zich net altijd bewust zijn van de invloed die zij op de therapeut hebben. Het is de wisselwerking die werkt. Dit geldt ook voor (opleidings)groepen die zoveel meer zijn dan de som van delen. Ik las ergens de uitspraak “waar er gelachen wordt, wordt er geleerd”. Om te leren is er sfeer van veiligheid nodig maar uiteraard steeds in combinatie met ernst, zelfreflectie en inhoudelijke diepgang.   

Eigenlijk hoop ik stilletjes dat het fragment ook een glimlach tovert op het gezicht van alle mensen die het bekijken. Zij die steun bieden aan anderen, verdienen zelf ook ondersteuning. Ik wil iets kostbaar voor mezelf ook met anderen delen, zoals je aan een vriend een onbekend lied of boek aanraadtOok voor zelfzorg hebben we namelijk de ander nodigVoor jezelf zorgen doe je niet alleen. 

Om te eindigen laat ik Freek De Jonge nog even aan het woord. Hij noemde zichzelf tijdens een interview ooit “een broodtrooster”. Hij biedt troost aan mensen en verdient daar zijn brood mee. Dit geldt misschien ook voor de systeemtherapeut Youp van ’t Hek voegt er nog aan toe: “Ik verdien er zo goed mijn boterham mee dat ik ze zelfs kan beleggen”. Dít is dan weer minder herkenbaar voor de systeemtherapeut… 

Wie wil je graag dat het volgende fragment kiest? 

Ik ben benieuwd naar de keuze van Luc Van den Berge.

Fragment: van 1u20m tot 1u25m

 

One thought on “In Beeld Gebracht – Aflevering 5, met Tomas Van Reybrouck

  1. ,Gezellig, betrouwbaar,humoristische, het kussentje met die tekst dat we je ooit als kadootje gaven,ligt nog altijd op je bed. Het blijft nog altijd typerend voor jou en zo bijzonder dat het ook in je sessies met cliënten een plaats heeft.
    Mooi dat je verwijst naar je opa die van zijn 16e tot aan zijn dood is blijven optreden voor zieken en vooral, wat niet zo evident was toen, in psychiatrische instellingen.
    Dank voor de manier waarop jij je werk doet. Zo mooi.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe uw reactie gegevens worden verwerkt.