It takes a village… to beat an addiction

Ik leerde Wim, 39 jaar oud, een viertal jaren geleden kennen. Hij kwam naar de praktijk omdat hij hulp zocht om van zijn cocaïneverslaving af te raken. Dit was geen evidente stap voor hem. Hulp zoeken was beangstigend voor hem. Het betekende dat hij echt een groot probleem had. Een probleem dat zo groot zou zijn dat hij het niet alleen kon oplossen en wat ook zou gaan betekenen dat Wim zich steeds meer als ‘de verslaafde’ ging zien.  

Zijn vrienden, zus, ouders en baas waren erg bezorgd en soms ook boos en gefrustreerd omwille van het gebruik. Ze probeerden hem te steunen. Tegelijkertijd hadden deze steunpogingen het effect dat Wim meer en meer ging denken: 

Ik ben een probleem

Ik heb geen karakter

Ik ben een verslaafde

De therapie verliep moeizaam. Ik zocht naar ingangen, naar manieren om met hem in gesprek te gaan zonder hem, onbewust en onbedoeld, dezelfde negatieve spiegels te geven die hem eerder onderuit dan er bovenop zouden helpen.  Het was zoeken naar andere perspectieven zonder de ernst van de situatie uit het oog te verliezen.

Op een dag kwam Wim naar de therapie. Hij gaf aan dat dit het laatste gesprek zou zijn. Dat hij de klik gemaakt had en de coke vanaf nu zou laten staan. Hij beschreef dat het voor hem belangrijk was om de verslaving alleen te bestrijden en te overwinnen en dat hij zich er nu ook klaar voor voelde. Ik zelf merkte dat er op dat moment niet veel mogelijkheden waren om over deze beslissing in gesprek te gaan. Ik gaf hem mee dat het me trof hoe belangrijk hij het vond om zijn verslaving ‘alleen’ te overwinnen. Wims besluit stond echter vast: hij ging stoppen met de coke en dit zou hem ook alleen lukken. We rondden de therapie af en ik gaf aan dat ik vanaf de zijlijn zou blijven supporteren en hij altijd bij me terecht kon indien nodig. De volgende drie jaren hoorde ik niets van Wim. Hij gleed nog wel eens door mijn gedachten.

Geen nieuws is goed nieuws!(?) 

Afgelopen zomer kreeg ik echter telefoon. Het was Wim. Hij vroeg of hij terug naar de therapie mocht komen. Hij gaf aan dat hij besefte dat hij het niet alleen ging kunnen en dat de verslaving nog erger geworden was.  Tijdens ons eerste gesprek merkte ik dat Wim drie jaren keihard (alleen) had gestreden en gevochten tegen zijn verslaving. Hij was moe.  Zijn drugsgebruik was sterk gegroeid en zijn zelfbeeld was tegelijkertijd gekelderd.  

Ik merkte echter ook dat hij anders in de therapie zat.

Hij had er zich bij neergelegd dat hij dit probleem niet alleen kon oplossen waardoor hij meer ontspannen in de therapie zat. Het voelde voor hem niet meer fout om naar de therapie te komen. Hij voelde nu, aangemoedigd door zijn netwerk, dat samen zoeken naar mogelijkheden het juiste was om te doen. Vriend Dieter heeft blijkbaar een belangrijke rol gespeeld in deze veranderde denkwijze. 

 Wim: Wanneer ik gebruikt heb, ben ik niet graag onder de mensen. Dan schaam ik me en verlaat ik de groep. Zo gebeurt het vaak dat ik maar een half uurtje op een feest blijf en dan weer naar huis ga omdat ik denk dat de mensen aan me zien dat ik gebruikt heb. Dieter woont vrij ver, ik zie hem dus niet meer zo vaak. De laatste twee keren dat hij afgekomen was, ben ik telkens vroeg vertrokken omdat ik gebruikt had. Op een keer zei Dieter toen fel: “NU IS HET GEDAAN MET DIE ZEVER!” 

Therapeut:  Oei! Was hij boos? 

Wim: Hij vond het niet leuk dat hij mij door die zever niet meer zag… 

Therapeut: Hij vond het niet meer kunnen dat hij je door de coke niet meer zag, dat de coke tussen jullie vriendschap in was komen te staan? 

Wim: Ja… eigenlijk wel…. Hij stond erop dat ik me liet helpen en bleef dit ook volhouden. Ik wist toen dat ik echt opnieuw hulp moest zoeken, dat hij dit niet zou loslaten. 

Therapeut: Wel mooi dat hij zo voor jou en jullie vriendschap opkomt! 

Wim: Ja… eigenlijk wel he! 

Later in de therapie gaf Wim aan de strijdvaardigheid maar ook de grenzen van Dieter nodig te hebben, maar maar ook wel gemist te hebben in zijn jongere jaren. We gingen opnieuw aan de slag.

Negatieve uitspraken van het netwerk

We zochten naar oorzaken voor het verslavingsmonster, naar factoren die de verslaving beïnvloeden, naar aarzelingen die maken dat hij in de verslaving blijft zitten en ook naar redenen om eruit te kunnen stappen. Hij beschreef twee ‘stemmen in zijn hoofd’. Het ‘goede mannetje’ die dit leven helemaal niet wil. Dit mannetje zou een ‘normaal’ leven willen. Zou ook een relatie willen en alleen gaan wonen (Wim woont nu bij zijn ouders). Dit mannetje ziet ook graag kinderen, zou ooit een gezin willen. Maar dan is er ook het ‘duiveltje’. Deze zorgt ervoor dat hij gedachten krijgt die hem naar de coke doen grijpen. Gaandeweg komt Wim er achter dan ‘het duiveltje’ vooral lijkt te komen als er dingen gebeuren die hem raken, kwetsen. Hij heeft echter het gevoel niets tegen dit duiveltje te kunnen inbrengen. 

Wim: Ik heb er geen verhaal tegen. 

Therapeut: Kan het ‘goede mannetje’ hier een rol in spelen?

Wim: Het goede mannetje is zwak.  

Therapeut: Wie zegt dat? 

Wim: Dit zijn uitspraken die ik vaak hoor van mijn omgeving… 

Hoewel ik hier als therapeut anders over dacht en heel wat mogelijkheden en krachten bij Wim zag, besefte ik dat ik hem niet kon overtuigen van zijn ongelijk. Toen ik na het gesprek naar huis fietste dacht ik aan een spreuk die ik jaren geleden op mijn eerste werkplek leerde kennen: “it takes a village to raise a child”. Al mijmerend bedacht ik: it also takes a village to beat an addiction en dacht hierbij aan enkele methodieken vanuit het narratieve kader. Misschien zouden netwerkleden van Wim ons kunnen helpen met hun verhalen over hem? Misschien zouden deze verhalen zijn “goede mannetje” weer wat sterker kunnen maken? Wim leek enkel de negatieve uitspraken van zijn netwerk te onthouden maar tussen de lijnen door hoor ik ook veel zorg vanuit zijn netwerk, merk ik veel betrokkenheid en liefde op. Zo is er vriend Dieter die uiteindelijk tot hem wist door te dringen en hem deed beseffen dat hij zijn verslaving niet alleen kon oplossen. Dit alles omdat hij een grens stelde:  “de coke zal niet tussen onze vriendschap komen!”

Misschien zouden de netwerkleden ook hun perspectieven kunnen geven over “het duiveltje” en komen we zo ook wat meer te weten over dit stukje? Misschien zouden zij ons kunnen helpen om het beeld wat te verbreden?  

Wim vond het een goed idee. Hij had zin om met zijn netwerk in de spreekkamer te zitten om te horen wat hun kijk was op hem en de situatie. De eerste persoon die we uitnodigden was Lien, de zus van Wim. Ik ging met haar het gesprek aan over hoe zij haar broer zag. Zowel in het heden, het verleden als naar de toekomst toe. Wim zelf zat gedurende dit gesprek in ‘de luisterpositie’. Hij liet de verhalen op zich afkomen en gaf af en toe, wanneer hij dit wou, iets terug. Tijdens dit gesprek vertelde zus Lien over de kwaliteiten die ‘het goede mannetje’ heeft. Hij bleek sociaal te zijn en ook zorgzaam. Zus Lien beschreef dat haar kinderen bijvoorbeeld dol zijn op Wim en dat ze zich geen betere oom kan voorstellen. Lien beschreef ook dat ze gaandeweg, misschien deels ook wel door de verslaving, een hechtere verbinding heeft opgebouwd met haar broer. Deze koestert ze ook. Lien beschreef echter ook de effecten van “het duiveltje”. Hoe deze er soms voor zorgt dat Wim zijn beloften naar haar of de kinderen toe niet nakomt omdat het duiveltje nood heeft aan cocaïne.  

Na het gesprek met zus Lien, sprak ik nog verschillende keren met Wim. Hij gaf aan dat de verhalen die hij hoorde van zijn zus hem hielpen om op een andere manier naar zichzelf te kijken. Het deed hem bovendien deugd om te zien dat zijn zus bepaalde gevoelens omtrent hun jeugd deelt en (h)erkent. Dit stimuleert hem om hier in de therapie verder mee aan de slag te gaan.  

We zijn er nog lang niet maar deze ontmoeting met zus opende wel heel wat perspectieven die voorheen afgesloten waren. Ze brachten ook stukjes van Wim opnieuw in het vizier, stukjes die al lang op de achtergrond geraakt waren. Een volgende ontmoeting staat al op de agenda: één van Wims beste vriendenDieter. Want… it takes a village to beat an addiction! 

_____________

Sarah Goris is criminologe/seksuologe en systeemtheoretisch psychotherapeut. Ze is praktijkcoördinator van een een groepspraktijk en werkt als freelancer voor de Interactie-Academie.

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe uw reactie gegevens worden verwerkt.